Geesteranus heeft Aanteekeningen omtrent zijn gevangenneming en verdere lotgevallen tot 1631 te boek gesteld, die door Scheltema in zijn Geschied- en Letterkundig Mengelwerk (dl. III, St. III, blz. 198-224) zijn uitgegeven.
Na zijn vlucht liet de overheid Geesteranus verder ongemoeid; hij werd den 1en Maart 1632 Remonstrantsch predikant in den Haag en bleef hier, algemeen geacht, werkzaam tot zijn dood, 28 Juni 1658. De lijkrede, door J. Batelier op hem gehouden, zag het licht. Er bestaat een afbeelding van hem, naar Westerbaan door H. Bary vervaardigd.
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Glasius, Godg. Ned., dl. I, blz. 505. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb., dl. III, kol. 439. - Brandt, Reformatie, dl. III, blz. 928-932. - Duker, Voetius, dl. I, blz. 270-274, C, CIII. - Sax, Niëllius, blz. 198-200, 234-238, 242. - Rademaker, Camphuysen, blz. 36, 37. - Van Vloten, Paschier de Fijne, aant., blz. 42. - Tideman, Biogr. Naaml. Rem. Br., Reg. - Knappert, Gesch. N.H.K., dl. I, blz. 239. - Id., Verloving en Huwelijk, blz. 217-219. - A. Loosjes Pz., A. Geesteranus en Suz. v. Oostdijk (Haarl. 1807). - Duys, Een huwelijk op Loevestein (Tijdstroom, 1861, III, blz. 173 vv.). - Tollens, Laatste Gedichten (3e dr., 1856), dl. I, blz. 179 vv. - Nav., dl. VIII, blz. 350; IX, 258, 272; Jaarg. 1914, blz. 84-89. - Arch. K.G., dl. VII, blz. 111, 128-133. - Reitsma en v. Veen, Acta, dl. III, blz. 431, 468, 473-475. - Cat. Burgersd. en Niermans, blz. 775.