[Jean François Fullink]
FULLINK (Jean François), geboren in 1805 te Enkhuizen, liet zich den 23en September 1825 aan de Universiteit te Leiden inschrijven en werd den 7en October 1830 door het Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Brabant tot het predikambt toegelaten. Door overvloed van candidaten tot den Heiligen Dienst heeft hij jaren op een beroep moeten wachten, was eenige maanden te Weerseloo in Overijsel als hulpprediker werkzaam en kwam als zoodanig in 1835 te Haarlem. waar hij gedurende twee jaren den ouden Ds. J. van der Zandt het dienstwerk verlichtte, dat dezen, die reeds 53 jaren de Evangeliebediening waarnam, langzamerhand te zwaar begon te vallen.
Den 29en April 1838 deed Fullink zijn intrede in de gemeente Gulpen (Limburg) en diende haar 40 jaar lang, tot hij den 1en Juli 1878 emeritaat verkreeg. Daarna vestigde hij zich te Tiel, later te Kampen, waar hij, na het overlijden van zijn eerste vrouw, nogmaals in het huwelijk trad en overleed in hoogen ouderdom den 19en Januari 1888.
Hij ‘deed zich als een vrij goed prediker naar buiten kennen’ door een Leerrede over de gehoorzaamheid van Abraham, Gen. XXII:1-12, ten voordeele der stichting van een kerkgebouw te Turin (Schiedam 1852) en gaf bovendien uit: De zeven kruisgezegden (Amst. 1869).
Litteratuur: (Leers), Naamregister, blz. 198. - A. Loosjes, Vóór ruim eene halve eeuw (Haarl. 1897), blz. 9. - Cat. Burgersdijk & Niermans, blz. 196. - Alb. Stud. L.B., kol. 1268. - Boekzaal, Jaarg. 1838a, blz. 645.