Frescarode heeft zich niet onbetuigd gelaten in een destijds zeer bekende twistzaak betreffende den beroemden Waalschen predikant en kanselredenaar te 's-Gravenhage, Jacques Saurin. In 1730 was deze voor de Synode ter verantwoording geroepen wegens zijn gevoelens, uitgesproken in een verhandeling Sur le mensogne, waarin hij de noodleugen in sommige gevallen geoorloofd noemde en deze zaak, die ernstige verdeeldheid in de kerk dreigde te geven, was met prijzenswaardige vredelievendheid van beide kanten bijgelegd. Echter niet tot tevredenheid van sommige tegenstanders van Saurin, die hem in woord en geschrift veroordeelden en hem als een ongeloovige brandmerkten. Frescarode, ‘un des adversaires les plus acharnés de celui, dont il était d'abord l'admirateur et l'ami’, schreef een ironische Apologie pour les Synodes et pour Mr. Saurin (Rott. 1731), vertaald als: Verdediging van de Walsche synoden en van den heer Saurin (Rott. 1731), die weder aanleiding gaf tot de Reflexions sur la Déclaration que Mr. Saurin a donnée au dernier Synode; et Idée juste qu'on doit avoir de l'Apologie pour ce pasteur, composée par Mr. Jer. Frescarode ... par un des Pasteurs de l'Eglise Walonne à Leide (Leiden 1731).
Bovendien worden nog als dissertaties van Frescarode vermeld:
Dissertatio philologica de mensis veterum en Dissertatio philologica de poculis veterum (Harderw. 1701). Men zou twijfelen, of het jaar der uitgifte van deze twee geschriften wel juist is. |
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Sepp, Godgel. Ond., dl. II, blz. 142. - Ypey en Dermout, Gesch. N.H K., dl. III, blz. 254-256, Aant. blz. 126. - Bouman, Gesch. Geld. Hoogesch., dl. II, blz. 197. - Van Oosterzee, Jacques Saurin (Utr. 1869), blz. 138. - Van Harderwijk, Pred. Rott., blz. 133, 134. - v. Rhenen-Voet, Pred. Utrecht, blz. 48, 49. - La France Protestante, T. VI, p. 715. - Bull. Egl. Wall., T. I, p. 142; III, 112; V, 15; deuxième série, T. IV, p. 383, 384. - Alb. Stud. Rh. Traj., kol. 103. - Alb. Stud. Acad. Gelro-Zutphan., blz. 57, 67. - Cat. Bibl. Wall., p. 37. - Boekzaal, Jaarg. 1731a, blz. 591; 1749b, 108.