een leven van Menno Simons te schrijven, dat het in 1837 uitgekomen, maar nog altijd te waardeeren werk van A.M. Cramer over dezen Hervormer zou kunnen vervangen. K. Vos, die deze taak later op zich heeft genomen, geeft in zijn Menno Simons (Leiden 1914) over Frerichs een minder waardeerend oordeel (blz. 57), zonder daarvoor echter eenig bewijs bij te brengen.
Verder heeft Frerichs het licht doen zien:
Vroege vroomheid, Tachtig lessen voor Catechisatie en Zondagschool (St. Anna-Parochie, 1886; herdrukken in 1888, 1893 en 1904). |
Leer van den Christelijken godsdienst. Vraagboekje bij het leerstellig godsdienstonderwijs (St. Anna-Parochie, 1885; 2e dr. 1889). |
Vragen ter voorbereiding voor het lidmaatschap in de Doopsgezinde gemeente (St. Anna-Parochie, 1886. Deze eerste druk is niet in den handel, wèl de herdrukken van 1888, 1891, 1901 en 1912). |
Korte geschiedenis der Doopsgezinde gemeente te Warns (Doopsgez. Bijdragen, Jaarg. 1874, blz. 85-114). |
Niet zonder belang is het, op te merken, dat Frerichs de eerste is geweest, die in 1896, ‘een tijd waarin nog niemand in ons land er van had gehoord of er aan had gedacht, de Avondmaalsviering met eigen bekers in zijn Bornsche gemeente heeft ingevoerd.’
Litteratuur: Doopsgez. Bijdr., Jaarg. 1898, blz. 192; Jaarg. 1907, blz. 186-188. - Doopsgez. Jaarboekje, Jaarg. 1908, bl. 21-30. - Sepp, Bibl. Kerkgesch., blz. 399. - Ned. Arch. K.G., N.S., dl. XII, blz. 268. - Vos, Menno Simons, Register van schrijvers en drukkers, i.v., blz. 340. - Cat. Doopsgez. Bibl., dl. II, blz. 298. - Boekzaal, Jaarg. 1863b, blz. 706, 707.