predikambt aanvaardde. Deze plaats verwisselde hij weder met IJerseke (beroepen den 18en Februari 1825, intrede den 3en Juli, afscheid van Waarder den 26en Juni). Gedurende den tijd, dat hij in deze laatste twee gemeenten werkzaam was, wees hij niet minder dan zes beroepen van de hand, maar toen Noorden hem den 13en November 1828 tot voorganger begeerde, nam hij den 29en Maart 1829 afscheid van IJerseke en verbond zich de volgende week aan zijn nieuwe gemeente. Nog 17 jaren diende hij haar, totdat hij, bij K.B. van 20 Januari 1846 emeritus verklaard, den 28en Juni d.a.v. met denzelfden tekst als vóór 21 jaar te Waarder, nl. Joh. 12:36, van haar afscheid nam. Nog vier jaren genoot hij in laatstgenoemd dorp een welverdiende rust en overleed aldaar, algemeen geacht, den 6en Juni 1850, ruim 70 jaar oud.
Van zijn hand is in druk verschenen:
Het Kerstfeest of leerredenen over 's Heilands menschwording (Goes 1824). |
Litteratuur: Alph. Naaml. (1790-1832) i.v. - Alb. Stud. Rh. Traj., kol. 197. - Alb. Ath. Amst., blz. 123. - Hs. Borger, i.v. - Boekzaal, Jaarg. 1805b, blz. 355, 584; 1809a, 197, 529; 1818a, 372, 628, 765; 1821a, 242, 778; 1825a, 352; 1825b, 91; 1846b, 87; 1850a, 750.