[Leonardus Fodinaeus]
FODINAEUS (Leonardus), in 1605 te Delft geboren, werd in 1627 of 1628 praeparatoir geëxamineerd in de classis van Leyden en verkreeg in 1631 Wormer als eerste standplaats. Reeds het volgend jaar vertrok hij als predikant naar zijn geboorteplaats, waar hij den 23en Mei zijn intrede deed. Na bijna 15 jaar hier het Evangelie verkondigd te hebben, overleed hij den 16en April 1647.
Toen Andries Pietersz. v.d. Linden, Luthersch predikant te Delft, in 1644 zijn Harmonia Lutheri et Lutheranorum, een verweerschrift tegen de aanvallen van Gereformeerde zijde, liet herdrukken, werd hij door Fodinaeus beantwoord in een werkje, getiteld: Van de wille Godes (Maessluys 1646), waarin de beschuldiging van onrechtzinnigheid, niet alleen bestaande in verschil van gevoelen met de Gereformeerden, maar ook in verschil van de Lutherschen met Luther zelf, door hem werd gehandhaafd.
Bovendien is een vers van zijn hand geplaatst vóór het werk van I. Junius: Antapologia sive Animadversiones in XVI Priora capita apologiae Remonstrantium (Delft 1640).
Van Fodinaeus bestaat een afbeelding naar A. Palamedes, door C. van Queboren, waarop de spreuk: Sapienti petimus coelum stultitia.
Litteratuur: Oud en Nieuw, dl. II, blz. 101. - Schultz Jacobi, Gesch. der Ev. Luth. gem. te Rotterdam, blz. 221. - Pars, Katwykse Oudheden (Leyden 1697), blz. 299. - Knuttel, Acta, dl. I, blz. 285, 493; dl. II, blz. 1, 148, 181, 183, 437; dl. III, blz. 65. - Muller, Cat. v. Portr., blz. 86. - Cat. Burgersdijk en Niermans, blz. 774. - Boekzaal, Jaarg. 1729b, blz. 732.