De Feyfer, die een man van groote welsprekendheid moet geweest zijn en sinds 1745 curator der Latijnsche school was, overleed zeer plotseling den 17en Mei 1764. Hij was in 1731 gehuwd met Alida du Rieu.
Van zijn hand hebben de volgende twee geschriften het licht gezien:
De imperio Dei reaii et morali (Traj. ad Rh., 1721). |
Schets der Goddelijke waerheden, ten dienste der Leerlingen, die zich bereiden tot de Belijdenisse des Geloofs. (2e verm. dr. Hoorn, 1729; 3e dr. 1740, 4e dr. 1749, beide aldaar). |
Bovendien bezorgde hij de uitgave van verschillende andere werken, namelijk:
Simon Simonides, Heilzame Zielverlustiging over de Geestelijke Droefheit, of tranen der Gelovigen, gestort en afgevaegt, onder het Heilig Voorbeeldt van Maria Magdalena aen het Graf... met een ontleding over de Wonderspreuke Matth. 5 vrs. 4. Met een kort voorbericht van de Feyfers hand. (Delft 1727; 2e dr. Rott. 1736; 3e dr. ald., 1759).
Carolus Tuinman. De Toevlucht en Sterkte van het ware Christendom in Leven en Sterven, aangewezen in vijf en vijftig predikaatsien over den Heidelbergschen Catechismus. (Amst. 1739; 2e dr. ald., 1744).
Carolus Tuinman. Keurstoffen uit de Heilige Schriften der Profheten, 2e deel (Amst. 1756), 3e deel (Gron. 1761).
Van het werk van zijn ambtgenoot F. Costerus, Nederlandts Vloek en Zegen en des zelfs Re Unie, vermeerderd met een nieuwe Vloek en Zegen en andere Biddagh-Stoffe, midtsgaders een Bevestiging en twe Synodale Predikaatsien, gaf de Feyfer te Hoorn in 1740 een zesden vermeerderden druk uit, waarin hij het portret van den schrijver met een vers voorzag.
Ook zijn een tweetal geschriften van Johannes Wesselius door hem voor de uitgave gereed gemaakt, nl.:
Fasciculus Dissertationum Contionum et Orationum, en |
Commentarius Analytico-Exegeticus tam litteralis quam realis in Epistolam Pauli ad Galatas (Leyden 1750). |
Eindelijk vervaardigde hij twee grafschriften op Gerardus Schorrenberg, predikant te Rotterdam, overleden 26 September 1732.
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - H. de Jongh Az., Vervolg van Soermans' Pred. van Zd. Holl., blz. 32. - Veeris-de Paauw, Pred. Nd. Holl., blz. 71. - Brans, Pred. Zd. Holl., blz. 46. - Van Harderwijk, Pred. Rott., blz. 72, 73. - Nagtglas, Levensber., blz. 213, 214. - Sepp, Stinstra, dl. I, blz. 167. - Boekzaal, Jaarg. 1723b, blz. 513; 1724a, 360; 1724b, 113; 1727a, 620; 1727b, 122, 226; 1729a, 98; 1736a, 599; 1738b, 481; 1739a, 233, 597; 1740a, 573; 1740b, 754; 1744b, 449; 1745a, 480; 1749a, 99, 349, 562; 1750a, 566; 1751a, 71; 1756a, 350; 1761b, 468; 1762b, 659; 1764a, 629.