hij in 1849 besloot, naar Nieuwe Pekela te verhuizen, in de hoop, daar meer aanhangers te kunnen winnen, hetgeen hem in zooverre gelukte, dat hij er ook een kleine gemeente kon stichten, terwijl hij meermalen naar Gasselter-Nijveen overkwam, om daar den dienst te leiden. In de Hamburger Missionsblätter van 1850 gaf hijzelf een Geschichte des Entstehens und weitere Schicksale der Gemeinde getäufter Gläubigen zu Gasselter-Nieuwveen.
Gedurende zestien jaren is Feisser nog, ondanks zijn wankelende gezondheid, in zijn nieuwe gemeente werkzaam geweest. Onder den invloed van zijn langdurig lichaamslijden schreef hij nog de brochure: De Levenswekker, een blijde boodschap voor allen, die aan de veelvuldige ziekten, welkte door gevatte koude ontstaan, alsmede aan andere ongesteldheden lijden. Uit Duitschland medegedeeld aan Nederland (Gron. 1858). In zijn laatste levensdagen wenschte hij, die zich steeds zoo strijdvaardig en vol vuur had betoond, in stilte zijn weg met God te gaan, totdat hij den 2en Juni 1865 in vrede ontsliep.
Feisser was een man, die ‘alle onwaarachtigheid haatte. “Spreek alzoo en doe alzoo”, placht hij te zeggen. Van geijkte, schoolsche, leerstellige uitdrukkingen had hij een afkeer. Voor hem had waarde het getuigenis uit eigen geestelijke ervaring en inzicht aangaande de waarheid in Christus.’ Snijdend scherp kon hij zijn en toch was zachtheid één zijner karaktereigenschappen; daardoor en om de overeenkomst in geestesrichting is hij niet te onrechte met Menno Simons vergeleken. Met de Duitsche broeders werd in den loop der jaren de band losser, zelfs meende hij, dat op den duur de gemeenschap met hen niet kon blijven bestaan; zij stonden hem te veel op het Afgescheiden standpunt, niet onderscheidend het Oude en Nieuwe Testament, terwijl hij het laatste van veel grooter en meer rechtstreeksch belang achtte. In de laatste jaren van zijn leven voelde hij zich meer tot het Engelsche Baptisme aangetrokken. Met Ds. Jan de Liefde was hij door vriendschap verbonden en onderhield met dezen eenigen tijd een geregelde briefwisseling.
Een portret van Feisser komt voor in het Jaarboekje, uitgegeven door de Unie van gemeenten van Gedoopte Christenen in Nederland (Sneek 1884).
Litteratuur: Dr. G.A. Wumkes, De opkomst en vestiging van het Baptisme in Nederland, blz. 1-39 en Register. - Jaarboekje, uitgeg. door de Unie van Gedoopte Christenen in Nederland (Sneek 1884). - Romein, Pred. Drenthe, blz. 63. - Dez., Pred. Friesland, blz. 68, 236. - Sepp, Bibl. Kerkgesch., blz. 74. - Knuttel, Ned. Bibl. Kerkg., blz. 97. - v.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Brinkman's Cat. (1833-1849), blz. 202. - Cat. v.d. Bibl. der Theol. School te Kampen, blz. 139, 239, 240. - Cat. Burgersdijk en Niermans, blz. 183. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb., dl. II, kol. 441. - Alb. Stud. Gron., kol. 276. - Alb. Stud. L.B., kol. 1275. - Boekzaal, Jaarg. 1828b, blz. 421; 1830b, 637, 755; 1833a, 259, 776; 1833b, 157-160; 1839a, 109, 384; 1842b, 23-29; 1844a, 263; 1846a, 21-24.