[Jacob de la Faye]
FAYE (Jacob de la) of Fayus, Theologiae doctor, zoon van Theodorus de la Faye en geboren te Delft in 1667, werd in 1696 (niet 1697, gelijk Steven abusievelijk vermeldt) als opvolger van Johannes Best, voor wien hij reeds eenigen tijd den dienst had waargenomen, tot predikant bij de Engelsche kerk te Utrecht beroepen, waar hij den 27en December van dat jaar bevestigd werd. Na 52 jaren deze gemeente gediend te hebben, overleed hij in Mei 1748, oud 81 jaar.
Hij was een tegenstander van den bekenden Toland, tegen wien hij uitgaf: Defensio religionis nec non Mosis et gentis Judaicae contra duas dissertationes Joh. Tolandi (Utr. 1709).
Voorts is van zijn hand in druk verschenen:
Engelands en Neerlands treur-tijd ter gelegenheid van het ... afsterven van ... Maria II (Utr. 1695). |
Lijkpredicatie over den dood van ... koning Willem III (Utr. 1702). |
Hondertjarige gedachtenis van d' Instellinge en Oprechtinge der Utrechtsche Akademie, uit vergelijkinge van het Joodtsche Jubeljaer voorgestelt, en toegepast in ene leerrede over Lev. XXV:8, 9, 10. Uit het Engelsch vertaald (Utr. 1736). |
Naar aanleiding van een bezwaarschrift, door een vijftal predikanten in September 1728 bij de synode van Utrecht ingediend, waarin zij beweerden, ‘dat het in hunne vrijheit behoord gelaten te worden, het eerste vraegstuk van het Formulier van den Kinderdoop, met zulke verandering, uitlating of bijvoegen voor te lezen als hen goet dunkt’, stelde de la Faye met drie andere gedeputeerden van de Synode, J.F. van Daverveld, B. Pauw en H.G. Chassé, een antwoord op, dat in 1729 te 's-Gravenhage werd uitgegeven onder den titel Consideratien over het Bezwaerschrift van de Eerwaerde Heeren Abraham Josua Brakonier, Aegidius van de Putt, Johan Reinier Kelderman, Johannes Vos, Predikanten te Utrecht, en G. van Schuilenburg, V.D.M. te Tienhoven.
Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - v. Rhenen, Pred. Utrecht, blz. 66. - Van Rhenen-Voet, Pred. Utrecht, blz. 25. - Arch. K.G., dl. IX, blz. 499. - Steven, The History of the Scottish Church at Rotterdam (Edinb. 1832), blz. 341, 344. - Cat. Burgersdijk en Niermans, blz. 181, No. 12537. - Cat. Letterk., dl. II, kol. 601. - Rogge, Cat. Pamfl. Rem. Bibl., dl. II. 1e st., blz. 226. - Hs. Borger, i.v. - Boekzaal, Jaarg. 1729a, blz. 728; 1736a, 468; 1748a, 626.