[Hendrik Emanuel Faure]
FAURE (Hendrik Emanuel), den 17en Augustus 1828 te Kaapstad geboren, werd den 17en Februari 1848 te Utrecht als student ingeschreven en promoveerde aldaar in 1851 tot doctor in de theologie op eene Dissertatio exegetico-theologica, continens annotationem in nonnulla loca Lucae, in Actuum Apostolicorum libro referentis de Paulo ad Christum converso (Traj. ad Rh., 1851). Na den 8en Augustus 1851 bij het Provinciaal Kerkbestuur van Overijsel tot proponent bevorderd en in Februari 1852 te 's-Gravenhage tot predikant ingezegend te zijn, werd hij in datzelfde jaar eerste gevestigde leeraar der Gereformeerde gemeente te Pietermaritzburg in Natal, totdat hij in 1859 voorganger werd der Ned. Gereformeerde gemeente van vrijgemaakte slaven te St. Stephens aan de Kaapstad. In 1863 te Utrecht vertoevende, ontving hij eerst een beroep naar Hazerswoude, doch bedankte hiervoor; daarna den 27en November 1863 dat naar Bergschenhoek, waaraan hij gehoor gaf, zoodat hij aldaar den 1en Mei 1864 zijn intrede deed. Door de gemeente Doesburg geroepen, kwam hij den 24en Maart 1867 tot haar over en diende haar nog dertig jaren, tot zijn emeritaat op 1 Mei 1897. Niet lang mocht Faure van zijn welverdiende rust genieten, want reeds den 6en April 1898 overleed hij. Den 20en November 1851 was hij te Soestdijk gehuwd met Maria Joanne Louisa Alewijn, geboren den 22en Mei 1830.
Een levendig aandeel heeft Faure genomen in de geestelijke opwekking, die, tusschen 1860 en 1870 in Amerika ontstaan, in 1874-76 de Oxford-Brighton-meetings ten gevolge had. Hij, zoowel als zijn vriend P. Huet, woonden deze samenkomsten bij, werden groote voorstanders ervan en riepen hier te lande ook zulke meetings op verschillende plaatsen in het leven. Bovendien werkte hij mede aan Het Eeuwige Leven, het orgaan dier beweging in Nederland, en hoewel hij hierbij samenwerkte met verschillende Baptisten-leeraars en meermalen in de Baptisten-kapel te Zutphen optrad, heeft het Baptisme als zoodanig weinig invloed op hem geoefend. Het Methodisme, de zienswijze van mannen als Moody en Sankey, trok hem meer aan; in zijn omgang met de menschen en bij zijn huisbezoek kwam dit duidelijk aan den dag, ook zijn preekmethode was door en door methodistisch, terwijl zij vroeger meer dogmatisch, meer gereformeerd was geweest.
Faure was een zeer eigenaardig, maar vooral een goedhartig, hulpvaardig man, met een warm gemoed en vromen zin, door velen bemind en met een groote begeerte bezield, om den menschen het Evangelie te brengen.
Behalve zijn dissertatie zag van hem het licht:
De goede Herder, leerrede over Joh. X vrs. 14 (Utr. 1863). |
(Met Cohen Stuart, Esselen en Huet): Herinnering aan Middachten, toespraken gehouden op het Zendingsfeest van 29 July 1868 (Arnh. 1868). |
Bijbelbeschouwingen, in: Bijbel en Historie (Amst. 1870). |
Voorts gaf hij verschillende vertalingen uit het Engelsch, nl.:
William Chalmers Burns, zendeling in China (Harderwijk 1869). |
Brock. Uit de Kinderwereld (Utr. 1870). |
Spurgeon. Korenaren tusschen de schooven opgelezen (Utr. 1870; 2e dr. Schoonhoven 1881). |
Spurgeon. Voor iederen avond. Dagboek voor huisgezin en binnenkamer (4e dr. Rott. 1884; 6e dr. 1902). |
Mahan. De Doop des Heiligen Geestes (Utr. 1878). |