[Ernestus Philippus Gerhardus van Essen]
Essen (Ernestus Philippus Gerhardus van,) aanschouwde het levenslicht te Yssum den 29sten Maart 1715, als zoon van Johannes, predikant aldaar en S.H. Brukhuisen. Zijn academische studie werd door hem volbracht, gedeeltelijk te Duisburg, gedeeltelijk te Utrecht (ofschoon zijn naam in het Album Studiosorum niet voorkomt. Praeparatoir geëxamineerd in de classis van Utrecht den 8sten Maart 1735, werd hij reeds den 12den October beroepen te Baambrugge, om hier, na peremptoir te zijn geëxamineerd op den 18den April 1736, door ds. Johannes Vos uit Utrecht, bevestigd te worden den 6den Mei door Ph. Bredius, predikant te Thamen, met 1 Petr. V:2-4. Als intree-tekst bediende hij zich van 2 Cor. V:11. Hij was achtereenvolgens werkzaam te Hattem (ber. 16 Sept. 1743; afscheid den 10den Nov. met 2 Thess. III:1-5; bev. door zijn ambtgenoot Arn. Lamb. de Mist met 1 Thess. V:12, 13a; intree met Ps. 118:19, 20) en te Amsterdam (ber. 13 Mei 1749; afsch. 23 Juni met Hebr. 6:7-9; bev. door Petrus Noordbeek den 6den Juli met 2 Cor. IV:1, 2; intree-tekst Ps. 68:29). Te Amsterdam is van Essen voortdurend werkzaam gebleven tot den 7den Dec. 1801, toen hij overleed. Den 29sten Sept. 1775 overleed te Amsterdam Ds. R.A. ten Brink. De lijkrede op hem hield v. Essen. Onder den titel: De dienst aan Jezus en deszelfs heilrijke gevolgen, voorgesteld en toegepast in een lijkreden over Joh. XII:26 .... enz. zag ze het licht in 1775 te Amsterdam. Den 29sten Juli 1760 opende hij de te Amsterdam gehouden N. Holl. Particuliere Synode, met het houden eener leerrede over 1 Cor. III:11-15.) Op deze Synode vervaardigde hij ook een gedicht. Er bestaan portretten van hem naar H. Pothoven door J. Houbraken en naar J. v. Meurs door N. v. der Meer.
Litteratuur: v.d. Aa, ll. dl. V. blz. 231. (Uitgebreid.) - van Alphen, N. Kerk, Handb. jrg. 1903, Bijl. U, blz. 132; jrg. 1908, Bijl. P, blz. 102; jrg. 1910 Bijl. S. blz. 152. - Catal. der Bibl. v.d. Maatsch. der Ned. Lett. I, 2de afd. 727. - Fr. Muller, Beschrijv. Catal. v. 70 Portretten v. Nederl. No. 1557, 1558.