Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 2

[Casparus Jansens Elinga]

Elinga (Casparus Jansens) geboren te Amsterdam in Juni 1724 werd student te Leiden¹⁾ en den 12den December 1747 proponent in de classis van Amsterdam. Beroepen te Wormer den 25sten Maart 1751, werd hij peremptoir geëxamineerd door ds. J. van der Tas uit Crommenie op ‘beloken Paasche’ en den 9den Mei bevestigd door ds. T. Vieroot met Titus II:7 en 8. Elinga aanvaardde zijn bediening met 1 Thess. II:7 en 8. Hij is voortdurend te Wormer werkzaam gebleven tot den 30sten Augustus 1771, toen hij plotseling stierf. Hij werd den 5den September begraven, terwijl zijn ambtgenoot, ds. Donker, de lijkrede uitsprak, handelende bij die gelegenheid over Genesis V:24. Elinga was te Wormer zeer gezien èn om zijn preeken èn om zijn ambtsijver en was ‘een afstammeling van den vermaarden Cornelius Janssenius, bisschop van Iperen, .... hier van daan voert toch ook zijn Eds. geslagt den naam Janssens’. Hij schreef:

Ontdekking en handleiding tot eenige preekgeheimen, enz. 2 stukjes. Leiden, 1761. (cf. Boekzaal, 1762a, blz. 347.)

1) Hij werd te Leiden ingeschreven als ‘Coll. alumnus’ den 16den October 1741, (cf. Alb. stud kol. 989) met de bijvoeging, dat hij toen 20 jaar oud was. Deze opgave is onjuist, want toen hij stierf, was hij 47 jaar en ruim 2 maanden oud.