[Adriaan van Eeghem]
Eeghem (Adriaan van) werd den 14den Juni 1631 geboren in het Vlaanderensche dorp Kortemerk, uit zeer eenvoudige ouders, die, ter wille van godsdienstvrijheid, in 1640 naar Aardenburg uitweken. Om zijn ambacht, het weven te leeren, ging hij naar Haarlem, alwaar hij zich in 1651 aansloot bij de Doopsgezinde gemeente d.t.p. 3 jaar later, in 1654 kwam hij te Middelburg, alwaar hij zich al spoedig gekozen zag tot voorganger der Doopsgezinden; doch aangezien hij als zoodanig geen salaris genoot, zette hij in de kosterswoning, naast de kerk op de Hoogstraat een boekverkooperswinkel op. Hij was een zeer kundig man, die tegen de moeite en inspanning der studie niet opzag, wat wel hieruit mag blijken, dat hij op dertig-jarigen leeftijd gekomen, Grieksch en Latijn ging leeren, bij den toenmaals te Middelburg wonenden Nicolaas Blancaart, terwijl Math. Druidius hem in het Hebreeuwsch bekwaamde. Onder de vakken waarin hij vooral uitmuntte, behoorde de kerkgeschiedenis. Men zegt van hem, dat hij daarin zóó ervaren was ‘alsof hij die oude tijden zelf had doorleefd’. Dit wijst er op, dat hij ook in de patristiek zeer doorkneed was en van de kerkvaders grondige studie had gemaakt. Doch niet alleen theoloog was hij, maar ook de geneeskunde werd door hem beoefend, en als hij geroepen werd om hier of daar een kranke of lijdende, met zijn medische kennis te helpen, dan deed hij zulks altijd om niet.
Van Eeghem overleed aan longontsteking, na reeds geruimen tijd een sukkelend leven geleid te hebben, den 24sten Mei 1709. De lijkrede op hem (uitgegeven te Vlissingen in 1709), werd uitgesproken door dr. Gerardus de Wind (med. doctor en leeraar der Doopsgezinden te Middelburg), die voor zijn vorming en opleiding zooveel aan van Eeghem te danken had.
Hij schreef: Verhandelinge van de stemmelijke gebeden in de vergaderinge der geloovigen. Middelburg, 1685.
Verhandelinge van de Wet der Nature. Middelb., 1701. (Hiervan bezorgde zijn vriend G. de Wind in 1730 te Amsterdam een nieuwe uitgave, met aanmerkingen voorzien.)
De Christelijke Godgeleerdheid. Uitgegeven door G. de Wind. Middelb. en Vliss. 1711.
Catechismus, ofte onderwijzinge in de Kristelijke Godsdienst. Middelburg 1687. (Van dit werk verschenen herdrukken in 1689 en in 1715. De laatste vermeerderd met aanteekeningen van G. de Wind). Sepp zegt (Johannes Stinstra en zijn tijd. 1ste dl. Amst. 1865. blz. 185-186):
‘Zes jaar na den dood van Frederik Toger (gest. 1720) zond Abraham van Loon, door gelijkheid van beroep - hij was ook medicus - en geloofsbelijdenis nauw met den overledene verbonden, het nagelaten geschrift van zijn vriend in het licht: Bondig zamenstel der Christelijke godgeleerdheid, waarin de voornaamste leerstukken des geloofs op een bevattelijke wijze worden verklaart en opengelegt (Leiden 1726), eene dogmatiek; de eerste van de hand eens Doopsgezinden, die hare aanspraak op dien titel eenigszins kon laten gelden. Want de door van Dooregeest in 1692 uitgegeven onderwijzinge en het door Adriaan van Eeghem vervaardigd en na diens dood in 1711 door den druk verspreid zamenstel der godgeleerdheid, kunnen op den naam van dogmatiesch ontwerp geen aanspraak maken, omdat zij alle wijsgeerig onderzoek vermijden.’ Toch werd het veel gebezigd, meer dan dat van Toger ‘daar dit te veel op wijsgeerigen leest geschoeid was, om door jongelieden met vrucht gebruikt te worden’ (cf. Sepp, ll. dl. II. blz. 271).