[Jan Van Dijk]
Van Dijk (Jan) was Doopsgezind leeraar bij ‘de Zon’ te Amsterdam, de gemeente, die zich in 1664 van die van ‘'t Lam’ had afgescheiden. Hij diende die gemeente van 1664 tot zijn overlijden in 1678. De beide hier ondergenoemde geschriften, waarvan hij de auteur is, zijn ten onrechte toegeschreven aan zekeren Jan van Dijk, die de gemeente der oudste Vlamingen, welke in ‘de Kruikjes’ vergaderden, als leeraar zou gediend hebben. Bij deze gemeente echter is geen Jan van Dijk, maar wel een Pieter van Dijk Jzn. leeraar geweest van 1754 tot 1789 in welk jaar hij afstand deed; deze overleed in 1803.
Van Jan van Dijk zag het licht:
Noodtwendich Bericht tot Openinge der tegenwoordighe Onlusten en Geschillen in de Gemeente der Doopsgezinde, die men de Vereenigde Vlamingen, Vriezen en Hoogduitsche noemt, binnen Amsterdam. Amst. 1663. 4o. |
|
Antwoort op de Wederlegging v.h. Nootwendigh Bericht zynde een Wederlegging der zoogenaamde verdediging van de Regeering der Doopsgez. Gemeente binnen Amsterdam. Amst. 1664. 4o. |
Ook onderteekende hij de Algemeene Belijdenissen.
Litteratuur: [M. Schagen], Naamlyst der Doopsgez. Schryveren en Schriften MDXXXIX-MDCCXLV, blz. 31. - Catal. v.d. Biblioth. der Vereen. Doopsgez. Gem. te Amsterdam. II, blz. 63. - J.I.v. Doorninck, Biblioth. v. Nederl. Anon. en Pseudon. No. 527.*