[Joannes Dijk]
Dijk (Joannes), geboren te Medemblik den 27sten October 1791, werd te Utrecht ingeschreven in het Album Studiosorum den 16den Februari 1811. Proponent geworden te Lingen (O. Friesl.) in 1813 deed hij intrede te Middelie den 13en Febr. 1814 (m. Luc. XXIV:36c), na bevestigd te zijn door Ds. C. van der Ven te Edam (m. Marc. XVI:15). Zijn tweede gemeente was O. en W. Blokker, waar hij den 3den Maart 1816 bevestigd werd door Ds. J.B. Hartman, predikant te Grosthuizen en Avenhorn (m. 2 Cor. IV:5) en intrede deed (m. 2 Tim. III:16, 17); afsch. te Middelie den 25sten Febr. (m. Deut. XXXIII:27a). Van O. en W. Blokker nam hij afscheid den 27sten September 1818 (m. Rom. XVI:20b), om den 4den October d.a.v. intrede te doen te Zwaag (m. Ps. CXXVII:1a) na bevestigd te zijn door Ds. H. van IJssel Groothuis, predikant te Hoorn (m. Zach. IV:6b). Vandaar vertrok hij naar Berkhout, waar hij den 21sten September 1828 bevestigd werd door Ds. H.P. van der Haar, predikant te Grosthuizen en Avenhorn (m. 1 Tim. I:15a) en intrede deed (m. Hand. X:29a); afscheid te Zwaag den 14den Sept (m. Hand. XV:29b). Op zijn verzoek kreeg hij, al een drie jaar lang wegens ongesteldheid verhinderd zijn dienstwerk waartenemen, eervol ontslag tegen den 1sten Juli 1837. Van Januari 1851 af diende hij als hulpprediker de Amsterdamsche gemeente. In 1865 werd hij hiervan eervol ontslagen. Den 1sten Maart 1874 overleed hij te Amsterdam.
Van hem zag het licht:
De slapende in den Haarlemmerhout. Een merkwaardigheid uit het bijzonder leven van Koning Willem I den Nederlander. Amst. 1844. 8o. |
|
Sophia van Berkhout, Erfdochter van Mechelen. Een verhaal ontleend aan de Geldersche geschiedenis van de jaren 1319 en 1320. 3 dn. Amst. 1845. gr. 8o. |
|
De burchtvrouw van Collendoorn. Naar Oud-Sallandsche kronieken en legenden. Zwolle 1843. gr. 8o. |
|
De Kapellaan. Een tafereel uit de tegenwoordige eeuw. Amst. 1847. gr. 8o. |
|
De vreemdeling in N. Holland of de overwinning van de liefde en het veroordeel. Amst. 1850. |
|
De bede van Agur, in vier vertoogen. 1851. 8o. |
|
Josef, of uitstekende punten uit de tafereelen van zijn leven, tot stichting behandeld. Amst. 1854. 8o. |
Litteratuur: Alb. Stud. Acad. Rh. Traj., kol. 208. - Boekzaal. Jrg. 1813a, blz. 125; b, blz. 231; jrg. 1814a, blz. 209; jrg. 1816a, blz. 366, 367; jrg. 1818a, blz. 763, 764; b, blz. 519, 520; jrg. 1828b, blz. 95, 241, 560, 561; jrg. 1837a, blz. 655. - Stemmen v. Waarh. en Vrede. Jrg. 1874, blz. 505. - v. Alphen, N. Kerk. Handb. Jrg. 1908, Bijl. P, blz. 107, 130, 134, 155. - Alphab. Naaml. v. Boeken,