[Aldert Sierks Dyk]
Dyk (Aldert Sierks), geboren in 1699, werd den 16den Augustus 1733 aangesteld tot gewoon leeraar te Groningen bij de Oude Vlamingen, behoorende tot de Groninger Doopsgezinde Sociëteit, die verreweg het grootste aantal van de Doopsgezinden in die streken uitmaakten. Hoewel hij niet tot de Oudsten of algemeene opzieners behoorde, heeft hij toch op de beraadslagingen der Sociëteit grooten invloed geoefend. Om zijn vromen zin en wandel genoot hij aller achting. Op de belangrijke algemeene Sociëteitsvergadering, in 1738 te Groningen gehouden, waar ter sprake kwam de merkbare verflauwing der grenzen, die door de oude Doopsgezinden waren inachtgenomen, voerde ook hij het woord, om te betoogen dat het vooral aankwam op verandering des harten, zonder welke uitwendige bepalingen niets baatten, maar tevens om voortestellen dat de Oudsten jaarlijks een bezoekreis zouden afleggen bij alle gemeenten en dat de belangen van elke gemeente aan haar leeraar zouden worden aanbevolen. Hij legde er den nadruk op dat bij alle godsdienstige handelingen nooit eigen lof, maar Gods eere moest gezocht worden. Toen men, na jarenlange voorbereiding, in 1755 overging tot de uitgave van een belijdenis, werd de voorrede voor deze belijdenis door Dyk opgesteld.
Hij overleed den 6den December 1779.
Van hem verschenen de volgende geschriften:
De heilbegerige Jongeling, Onderwesen in de nodigste vereischtens eens Dopelings, Rakende Waarheid van Jezus Messiasschap, en het Geloof in Hem, En hoe hier in te vorderen. Gron. 1732. 8o. |
|
Nutte Bybel-Oeffening over Gewigtige Waarheden en Toestanden des Christendoms. Gron. 1738. 8o. |
|
Kleyne Catechismus ofte Beginsel van onderwyzing voor kinderen, om eenige kennis te krygen in eenige waarheden en historiën des Bybels. Gron. 1742. 8o. |
|
Na-erinnering eener Redevoering over 't slot van den Bybel. (Uitgesproken bij het sluiten der Societeitsvergadering in 1744, achter de Notulen van dat jaar gedrukt en ook afzonderlijk). Gron. 1744. 4o. |
|
Het leven en sterven van een Christen door de genade Jezu en in de vereeniging met Hem; uit der geloovigen voorbeeld (Rom. XIV vs. 8) voorgesteld enz. Gron. 4o. |
|
Catechetise behandeling over de geloofs-belydenis der Doopsgezinde, d'oude Vlamingen genaamt. Gron. 1773. |
Litteratuur: v.d. Aa, a.w.i.v. - S. Blaupot ten Cate, Geschied. der Doopsgez. in Gron., Overijss. en O. Friesl. I, blz. 137, 139, 162, 163, 195; II, blz. 154. - [M. Schagen], Naamlyst der Doopsgez. Schryveren en Schriften MDXXXIX-