Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 2
(1908-1918)–Jan Pieter de Bie, Lambregt Abraham van Langeraad, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend
[pagina 510]
| ||||||
voor de Classis Utrecht in 1805 deed hij den 29sten September van dat jaar zijn intrede te Puflijk en Leeuwen (met 2 Cor. III:5b), na bevestigd te zijn door Ds. C. van der Leeuw, pred. te Utrecht (met Ef. 1:22b, 23). Reeds den 31sten Aug. 1806 nam hij afscheid van de gemeente (met Hand. XX:32), bij zijn vertrek naar Ingen, waar hij den 7den Sept. d.a.v. bevestigd werd door zijn oom J.W. Doedes, pred. te 's Gravendeel (met 1 Cor. I:21), en intrede deed (met 1 Cor. I:23, 24). Hier bleef hij werkzaam tot hij den 31sten December 1863 overleed als op één na de oudste der dienstdoende predikanten van de Ned. Herv. Kerk, nalatende een weduwe. Hij was de vader van Ds. L. Doedes, in leven pred. te Capelle a.d. Ysel. De door hem uitgegeven geschriften getuigen van zijn veelzijdige bekwaamheid en zijn liefde tot de waarheden van het christelijk geloof. Zijn hieronder eerstgenoemd geschrift bevat twee voorlezingen, in Juli 1842 en April 1843 door hem gehouden in de Ringvergadering. Hij concludeert daarin, dat ‘zoowel de H. Geest als de Vader en de Zoon door ons, die in Zijn naam ook gedoopt zijn, moet erkend, geëerd en gehoorzaamd worden.’ Van D. Doedes verscheen in druk:
Proeve van onderzoek naar de Goddelijke natuur van onzen Heer Jesus Christus, en naar het groot belang, dat wij als Christenen hebben bij de erkentenis daarvan, ook in onzen tijd. Utr. (Amst.) 1850-51. 2 st. Gr. 8o.
De redelijke godsdienst, zoo als deze door den weldenkenden Christen wordt hooggeschat, beoefend en verdedigd. Wijk bij Duurstede. 1853. gr. 8o.
Litteratuur: Album Stud. Acad. Rh. Traj., kol. 194. - Boekzaal. Jrg. 1805a, blz. 658; b, blz. 83, 452; jrg. 1806b, blz. 338, 339; jrg. 1864a, blz. 66, 67. - Alphab. Naaml. v. Boeken, Plaat- en Kaartwerken in de Nederl. (1833-1849). (Amst. C.L. Brinkman 1858), blz. 169. - Brinkman's Catal. der Boeken enz. gedur. de jaren 1850-1882, blz. 306. - v. Alphen. N.K. Handb. Jrg. 1903, Bijl. U, blz. 138, 139. |
|