in 't bijzonder een vergadering den 6den Nov. 1699, die leidde tot het opstellen van eenige vereenigings-artikelen, misten het doel niet. Den 30sten Mei 1700 zette van Diepenbroek het zegel op deze verbroedering door een (hieronder vermelde) redevoering. In de voorrede verklaart hij ‘dat bij de Collegianten dat geloof geheel onbekend was, dat iemand tot een Roomsche, Luthersche, Gereformeerde, Remonstrant, Collegiant of Doopsgezinde maakt.’ In dezelfde voorrede verklaart hij ook geen Papisten te willen uitsluiten van het Avondmaal. Een en ander getuigt wel van het standpunt, dat hij innam.
Op Hemelvaartsdag 1703 kwam hij met leerrede (in druk verschenen) de nieuwe vergaderplaats der Doopsgezinden te Krommenie inwijden, nadat in het vorige jaar het oude bedehuis door een geweldigen brand was vernield. Bedoelde rede doet v. Diepenbroek kennen als een ernstig, onopgesmukt, populair en tevens degelijk prediker. Dat hij leeraar bij de Doopsgezinden te Krommenie zou zijn geweest, wordt ten onrechte beweerd door v.d. Aa, (t.a.p.); hun gemeente werd tot 1821 bediend door ongestudeerde oudsten.
Van van Diepenbroek zag het licht:
Redenvoering over de hereniging der twee vergaderingen tot Rijnsburg. 30 Mey 1700. Door C.v.D. Haerlem. (1700). |
Predikaatsie in de nieuwgebouwde vergaderplaats te Krommenie 17 Mei 1703. Amst. 1703. |
Reden-voering op de Dank-dag over de Vreede van den Staat, met den Koning van Vrankrijk, gesloten den 11 van Grasmaand, en plegtelijk gevierd op den 14 dag van Wiede-maand des Jaars 1713 in Haarlem. Haarl. 4o.
Litteratuur: v.d. Aa, a.w.i.v. - J.C. van Slee, De Rijnsburger Collegianten (Uitg. v. Teyler's Godgel. Genootsch.), blz. 186 v., 262 v., 270, 335, 343 v.v., 402. - [E.v. Nijmegen], Historie der Rijnsburgsche Vergadering (door Vrijheits Vriendt), (Rott. 1775), blz. 175, 178, v. - Jac. Honig Jsz. Jr., Geschied. der Zaanlanden. II, blz. 171. - [M. Schagen], Naamlyst der Doopsgez. Schrijveren en Schriften (MDXXXIX-MDCCXLV) (Amst. 1745), blz. 29. - Catalogus v.d. Bibl. der Vereen. Doopsgez. Gem. te Amsterdam. II, blz. 92, 142, 272. - Fred. Muller, Biblioth. v. Nederl. Pamfletten. (Uitgeg. d. P.A. Tiele), No. 9556. - J.I. van Doorninck, Biblioth. v. Nederl. Anonymen en Pseudonymen, No. 3829.