toe van uit Abcoude in 1632 een verzoek was gedaan, in Augustus 1633 voltrokken werd, bleef Deylius predikant van Baambrugge, nadat daar een volledig beroep op hem was uitgebracht, terwijl hem ook vandaar werd toegezegd de betaling zijner schulden.
Hij bleef er tot zijn dood in 1639.
Van hem verscheen in druk een vertaling van een Latijnsch werk van Joh. Peyl, uitgegeven onder den titel van:
Tafel, vertoonende de voortgang ofte ordre van het laatste Godlijke strenghe oordeel. Amst. 1636. (met 11 grav.) 4o. De eerste druk schijnt te dateeren van 1632, want in genoemd jaar werd hij door de Regeering, aan wie hij het werk had opgedragen, vereerd met f 20. Het is zoowel eigenaardig van inhoud, als zeldzaam voorkomend; o.a. bevat het een poging om aan te toonen dat het ‘Laatste Oordeel’ zal geschieden naar de regelen van het ‘Corpus Juris’. |
Litteratuur: Album Stud. Acad. Lugd.-Bat., kol. 124. - Henr. van Rhenen, Lyste v.d. Namen der Predikanten, die zedert de Reformatie de Kerken, behoor. ond. de Prov. v. Utrecht, zo by leeninge als anderzints, bedient hebben. (Utr. 1705), blz. 71, 73, 164. - A.W.K. Voet, verbet. uitg. v. hetz. werk met aanvull. (Utr. 1724), blz. 28, 29, 88. - v. Alphen, N.K. Handb. Jrg. 1910, Bijl. S, blz. 150, 152, 153. - J.J. Dodt v. Flensburg, Archief v. Kerkel. en Wereldsche Geschied., inzond. v. Utrecht. III, blz. 284. - De Wapenheraut. Jrg. 1901, blz. 126. - Biblioth. Theol. et Philos. (Lugd.-Bat. Burgersdijk & Nierm.) No. 12531.