Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 2
(1908-1918)–Jan Pieter de Bie, Lambregt Abraham van Langeraad, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Mr. Matthias van Dam]Dam (Mr. Matthias van), zoon van Christoffel van Dam, ‘Procureur voor den E. Hove en Hogenraad’, werd geboren te 's GravenhageGa naar voetnoot2) in 1692. Hij studeerde te Leiden en werd proponent bij de Classis van Leiden en Neder-Rhijnland. Hij stond als predikant achtereenvolgens te Steenbergen (ber. 6 Maart 1718; bev. 12 Juni.) Den 3den Januari 1723 te Vlissingen beroepen, deed hij aldaar intrede 11 April d.a.v. (tekst: 1 Thess. III:10, 11; afsch. te Steenbergen met Filipp. I:27). Hoewel meermalen naar elders, ook naar aanzienlijker gemeenten beroepen, bleef hij in zijn tweede gemeente, tot hem wegens voortdurende ongesteldheid op zijn verzoek daartoe | |
[pagina 357]
| |
in November 1753 gedaan, het emeritaat salvis honoribus et emolumentis door de Heeren Staten werd verleend (Juni 1754). Hij overleed 6 Aug. 1766. In 1742 was hij gehuwd te Amsterdam met Johanna Varsseveld, welke echt kinderloos bleef. Te Vlissingen bekleedde hij verschillende functiën. In 1747 begroette hij op treffende wijze namens de E. Classis van Walcheren den pasverkozen Stadhouder Willem IV bij diens aankomst te Middelburg. Zij laatste prediking hield hij 15 October 1752 bij de inwijding der herbouwde Oostkerk te Vlissingen, die 14 Januari 1759 was afgebrand. Zijn tekst bij die gelegenheid was Ezra VI:16-18. Op Van Dams eigen verzoek bevatte de Boekzaal na zijn dood geen levensbijzonderheden.
Litteratuur: G. Vrolikhert, Vlissingsche Kerkhemel biz. 221-225, 372. - Boekzaal, 1718 (April blz. 506; Sept. blz. 361); 1723 (Jan. blz. 113, Febr. blz. 247; April blz. 512, 513); 1753 (Nov. blz. 646, 647; 1766 (Sept. blz. 357, 358). - Ned. Jaarboeken, Oct. 1752, blz. 1171, 1172. - van Alphen, N.K. Handb. jrg. 1909. Bijl. Q, blz. 151. |
|