Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 2

[Daniel van Dam]

Dam (Daniel van), zoon van Tido van Dam, predikant te Witmarsum, werd aldaar geboren in 1594. Den 15den Mei 1613 werd hij te Franeker ingeschreven als Philos. et Theol. stud. Niet in een dezer vakken, maar wel in de Rechten verwierf hij den graad van Doctor, aan welke academie echter is onbekend.

In 1625 proponent geworden, werd hij den 10den December van dat jaar predikant in zijn geboorteplaats. Van Witmarsum vertrok hij tegen het eind van 1628 naar Nieuwland (destijds classis Bolsward). Met ingang van den 1sten Juli 1631 werd hij geroepen als opvolger van den overleden Hoogleeraar in de Logica Joh. Hachting, te Franeker, welk ambt hij in Augustus d.a.v. aanvaardde. Den 29sten

[p. 356]

van die maand werd hem de waardigheid van ‘magister artium honoris causa’ verleend. Den 18den Februari 1639 volgde zijn benoeming tot Onderregent van het Theologisch College der Heeren Staten te Leiden.

Twee jaren later, kort vóór zijn dood, werd hij door Curatoren benoemd tot Hoogleeraar der Godgeleerdheid, waarvan een der Burgemeesteren aan zijne vrouw en kinderen bericht gaf. Aan de ziekte, die hem toen reeds had aangetast, bezweek hij den 12den Juni 1641¹⁾ op zeven-en-dertig-jarigen leeftijd. Hij liet o.a. een zoon na, Tido van Dam, die later predikant is geworden te Heukelum en te Strijen.

Van de hand van Daniel van Dam verscheen:

Discursuum Logicorum Disputationes XX. Franeq. 1634 en 1635. 8^o.

Ook is van hem bewaard een inscriptie in het Album Amicorum van Rommert (Rombertus) van Ockema, destijds (1638) student in de Rechten te Franeker.

Litteratuur: Kok, Vaderl. Woordenboek i.v.a.w.v.d. Aa, i.v. - de Chalmot, Biogr. Woordenboek i.v. - Glasius, a.w.i.v. - Vriemoet, Athen. Fris, p. 257-259. - Mr. W.B.S. Boeles, Frieslands Hoogeschool en het Rijks-Athenaeum te Franeker II, blz. 138, 139. - Soermans, Academisch Register, blz. 123. - Soermans, Register der Predikanten van Z.-Holl. blz. 20, 93. - T.A. Romein, Naamlijst der Predikanten, sedert de Hervorming tot nu toe, in de Hervormde Gemeenten van Friesland, blz. 320, 386. - Siegenbeek, Geschiedenis der Leidsche Hoogeschool II. Toevoegs. en Bijl., blz. 287, 288. - P.J. Wyminga, Festus Hommius blz. 398, 399. - Paquot, Mémoires pour servir à l'histoire litt. des XVII Provinces des Pays-Bas. II. p. 130, 131. - van Rappard, Overzicht eener verzam. Alba Amicorum in ‘Nieuwe Reeks v. werken v.d. Mij. v. Ned. Lett. te Leiden’ VII. st. II. blz. 120. - Jöcher, Gelehrten-Lexicon, II Th., S. 11. - Abrahami Heidani S. Theol. Prof. Senioris, Oratio de Luctuosa Calamititate, quae Anno Domini CIƆ IƆ CLXIX. Civitatem Leidensem, Curiam, Ecclesiam & Academiam graviter afflixit, & praecipiis suis Columnis & Ornamentis destituit, & orbavit. Lugd. Bat. CIƆIƆCLXX.

1) Alleen Boeles Friesl. Hoogesch. II. blz. 139 noemt als sterfdag 12 Juli 1641.