Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 2
(1908-1918)–Jan Pieter de Bie, Lambregt Abraham van Langeraad, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Schelto Coolhaas van der Woude]Coolhaas van der Woude (Schelto) aanschouwde het levenslicht in 1812 en werd, na volbrachte studie aan de hoogeschool te Leiden, in 1835 door het provinciaal kerkbestuur van Drenthe, tot de evangeliebediening toegelaten. Bij koninklijk besluit van den 17den September 1841 no. 96, werd Annerveen van de Ned. Herv. gemeente te Anlo afgescheiden en tot een zelfstandige gemeente gemaakt, en op dien datum ook werd Coolhaas van der Woude door Z.M. den koning tot predikant d.t.p. benoemd en later door den nieuwen kerkeraad beroepen. Tot op dien datum was hij er hulpprediker geweest van af April 1839. De bevestiging van Annerveen's eersten predikant had plaats den 10den Januari 1841 door ds. ten Oever (predt. te Oosterwijtwert) met Marcus XVI:15 en de bevestigde aanvaardde zijn ambt met 1 Johannes 4:7b. Beroepen te Emmen in Februari 1845, kwam hij hier den 8sten Juni (intree-tekst 1 Cor. 9:16b, bevestiger ds. ten Oever predt. te Gasselte-Nieveen met Johs. 21:17, afscheid in zijn eerste gemeente den 1sten Juni 1845 met 1 Cor. 15:1, 2a). Achtereenvolgens was hij werkzaam te Rolderwolde (ber. 3 Dec. 1846; afsch. 6 Juni, bevestigd 13 Juni door ds. R. Bennink Janssonius predt. te Arnhem met 1 Cor. III:8a; intree met Handel. IV:32a); Nieuw Beerta (ber. 17 Febr. 1848; afscheid met Joh. 8:32, bevestigd door zijn zwager ds. ten Oever predt. te Gasselte-Nieveen met 2 Cor. 1:24b, intree-tekst 2 Cor. III:17b), Noordbroek 1855, Veendam 1858, Meeden 1862. Hier werd hij emeritus den 1sten Januari 1897, waarna hij zich metterwoon vestigde te Winschoten, waar hij den 16den Juni 1900 overleed. Coolhaas van der Woude was een goed leerling der Groningsche hoogeschool en de beginselen der theologische faculteit aldaar waren de zijne en zijn dit gebleven ten einde toe. Was door het optreden van prof. Hofstede de Groot een einde gemaakt aan de gedachtenlooze dooreenmenging van de boeken des O. en des N. Verbonds, ‘en wel omdat Groningen eenigzins naar het woord van Luther, alleen die Bijbelstudie hoogachtte, die van Jezus getuigde of regtstreeks tot Jezus leidde. Datzelfde principe deed deze school (nl. de Groningsche) met | ||||||
[pagina 199]
| ||||||
zooveel consequentie, vooral in later jaren op de persoonlijkheid der auteurs des N.T. letten, en evenzeer in ons Vaderland het voorbeeld geven van eene behandeling der leerstellige waarheden, niet naar den inhoud der boeken des N.T., maar naar het onderwijs van Jezus, Johannes, Paulus, Jacobus enz. Het gezag van die mannen berust op hun karakter en leven, hunne vorming door Christus, hun vromen wandel, de vernieuwing van hunnen inwendigen mensch of de subjectieve werking van God en Christus' geest door hen, zoo leerde S. Coolhaas van der Woude (Waarheid in Liefde, 1844. blz. 463 volg.), die vroeger (W. in L. 1841. blz. 457 volg.) de oorzaken der verandering en omkeering na den Pinksterdag in de Apostelen zigtbaar, gevonden had niet in bovennatuurlijke en onmiddellijke werkingen, maar in de vormende kracht van het verkeer met Jezus, van het beleven en doorleven zijner lotgevallen’ (of. Chr. Sepp. Proeve, enz. 2de druk. Amsterd. 1860. blz. 147-148Ga naar voetnoot1). In verschillende kerkelijke besturen heeft Coolhaas van der Woude zitting gehad, terwijl hij als predikant in onze Nederl. Herv. kerk fungeerde en zijn adviezen in kerkelijke aangelegenheden werden steeds op hoogen prijs gesteld. Van hem zag het licht:
Litteratuur: Romein, de Herv. predikanten van Drenthe. blz. 31, 276, 110. |
|