[Pieter Cool]
Cool (Pieter) ontving zijn opleiding aan het seminarium der Doopsgezinde sociteit te Amsterdam en werd in 1832 predikant bij de Doopsgezinde gemeente te Purmerend, welke plaats hij in 1836 verwisselde met Harlingen. Hij bleef hier werkzaam tot den 27sten October 1872, toen hij met een rede over Johs. XV:16m. zijn ambt neerlei. Na zijn emeritaat woonde hij voortdurend te Harlingen, waar hij den 12den September 1891 overleed. De lijkrede over hem, waarin hij dankbaar herdacht werd, werd uitgesproken door dr. J.W. van der Linden, naar aanleiding van Ezechiel XVIII:9m.
Hij schreef: Gesprekken over het leven van Jezus door Strauss. Harlingen 1840.
In de Doopsgezinde bijdragen van 1877, op blz. 101-132, id. 1878 blz. 78-97 en id. 1880 blz. 1-41: Iets over en uit het archief der Doopsgezinde gemeente te Harlingen.
Gedenkschriften van het Menno Simons monument, 1879, door P. Cool en P. Feenstra Jr. destijds Doopsgezind predikant te Witmarsum.
De hoogste roeping der Doopsgezinde Friesche societeit en van soortgelijke Doopsgezinde vereenigingen. Doopsgez. Bijdr. 1870. blz. 1-15.
Van 1861-1869 stonden de Doopsgezinde Bijdragen onder redactie van Cool en D. Harting, predt. te Enkhuizen.