Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 2
(1908-1918)–Jan Pieter de Bie, Lambregt Abraham van Langeraad, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Zegerus Conincxbergen]Conincxbergen (Zegerus), kwam in 1586 te Woerden bij de d.t.p. bestaande Luthersche gemeente. Ongeveer in 1592 schijnt hij tot de Hervormde kerk te zijn overgegaan, wat blijkt uit art. 2 der part. prov. Z.H. synode van 1594, waar we o.a. lezen: ‘Is by de vergaderinge des synodi gecompareert Zegerus Coninxbergius, dienaer der kercke tot Woerden, met credentie voor hem ende synen collega Henrico Bocxhoorn, te kennen gevende, alsoo sy als dienaren der kercke tot Woorden nu over de twee jaren sonder de hulpe des synodi (hoewel niet sonder hulpe van sommige particuliere dienaren, onder desen synodum sorterende) geseten hadden, toestandich synde in allen deelen der leere ende ordinancien der kercken deser provincien, alhoewel dat sy in eenige uyterlycke saken tot gelyckformicheydt allesins ter noodt niet en hadden comen connen.’ Conincxbergen wilde verder dat de gemeente wier dienaar hij was, met Bodegraven enz., bij een classis zou worden ingedeeld ‘daer de synode soude goetvinden ende haer ordineren, om hulpe ende bystandt tot confirmatie der christelycke leere ende religie met den tydt soo lancx soo meer te hebben.’ Het invoeren ‘vande ware leere ende suyvere reformatie’ te Woerden, berokkende hem heel wat vijandschap van de Lutheranen, ja de tegenwerking dezer lieden was zóó groot, dat hij in 't belang der goede zaak niet doen kon wat hij wilde, reden, waarom hij ‘wel begeeren soude ende versochte aen den synodum (hem refererende tot discretie van mijnheeren Staten ende des synodi) om getransfereert ende met een andere bequame plaetse (voorwendende eene van dewelcke hy verstaen hadde) versien te worden om met meerder gerusticheydt (soeckende nochtans, alsoo hij verclaerde, niet syn ruste noch profyt noch eere) de kercke Christi te mogen dienen.’ De synode zou, aldus besloot ze, de indeeling van Woerden enz. bij een classis laten regelen en wat hem persoonlijk aangaat, dewijl hij wegens zijn beslist optreden voor de Herv. kerk, vele vijanden te Woerden had, ‘waeruyt te vreesen stondt, dat t' eeniger tydt yedt quaets soude mogen rijsen tot achterdeel der saecke der kercke,’ zoo oordeelde de vergadering het goed hem te troosten en te bemoedigen zóó lang te Woerden blijven, totdat de Staten deze plaats met een anderen dienaar zouden hebben voorzien. Was het eenmaal zoover, dan kon hij elders een andere gemeente opzoeken, waarbij hem de synodale hulp werd toegezegd. In 1596 en 1597 verscheen hij ter synodale bijeenkomst als predikant te Bodegraven. In het jaar 1600 is hij gestorven en opgevolgd door Geleyn Segers Wassenhove. Hij schreef:
| |||
[pagina 193]
| |||
Litteratuur: v.d. Aa, ll. dl. III blz. 660 en 661 (uitgebreid). Reitsma en v. Veen, ll. dl. III blz. 19-21; 65 en 79. |
|