[Paulus Colonius]
Colonius (Paulus) kwam als proponent in 1611 te Maurik, waar hij de eerste predikant was. Hij woonde de part. Geldersche synode bij, die in 1618 te Arnhem gehouden werd en zag zich door deze kerkelijke vergadering, met Gellius de Bouma, Henricus Magius en Johannes Rhodius, benoemd ‘om te extraheren die gravamina ad synodum nationalem ex actis classium et synodorum.’ Ook op de synode van 1619, te Nijmegen gehouden, verscheen hij als afgevaardigde uit de classis Tiel, en werd hij verkozen tot scriba. Verder droeg deze synnode hem de waardigheid op van deputatus en van inspector in de classis Tiel. In zijn qualiteit van synodaal deputaat woonde hij de part. synode bij, die in 1620 te Zutphen werd gehouden.
Hij was destijds niet meer werkzaam te Maurik, maar te Grave, alwaar hij in 1619 gekomen was. Ten jare 1620 kwam hij te Leerdam, waar hij gebleven is tot 1653, toen hij stierf.
Van hem zag het licht: Belydenisse der gheref. nederl. kercken, eertijts .... gestelt tot noch toe by allen kercken dien .... aenghenomen, volghens de laetste .... copije d. Anth. Thysii, met hare .... getuyghenissen der h. schrift verrijckt .... door P. Colonius. Daer is noch by .... een .... onderwijsinge van de .... belijdinge der godl. waerheyt .... in dese seer droevige tijden der kercke .... gantsch noodich, ten meerderen deele ghetrocken uyt de schriften d. Amandi Polani à Polensdorp leer .... tot Bazel. Tot Ziericzee gedr. 1617. (Met opdracht aan Caerel Vyegh en de ridderschap van de Neder Betuwe). Het wil mij toeschijnen dat we hier te doen hebben met het geschrift dat door v.d. Aa, ll. dl. III. blz. 629 vermeld wordt als: Tractaaten en geloofsbelijdenis der Gereformeerde kerke in Nederland. Is dit zoo, dan geeft v.d. Aa den titel onjuist weer. Nog worden, als van Colonius afkomstig genoemd: Onderwijs om zieken te bezoeken en Catechisatie over den Sabbath.
Litteratuur: v.d. Aa, ll. dl. III. blz. 629 (Uitgebreid). Reitsma en v. Veen, ll. dl. IV. reg. i.v.