[Jacobus Buschman]
BUSCHMAN (Jacobus) geboren te Amsterdam in 1703, werd den 23sten April 1725 te Leiden ingeschreven als student in de godgeleerdheid (cf. Alb. Stud. kolom 897). Praeparatoir geëxamineerd in de classis Amsterdam, den 3den Juni 1726, werd hij tot proponent bevorderd, en den 22sten Sept. d.a.v. werd hij beroepen te Akersloot, alwaar hij, na den 5den Nov. peremptoir te zijn onderzocht, den 24sten bevestigd werd. Beroepen te Elburg den 27sten Mei 1728, kwam hij hier, als hij den 1sten Aug. zijn afscheid had gepreekt, den 15den in dienst. Voortdurend in deze gemeente werkzaam gebleven, werd hij in 1766 (22 Oct.) emeritus, waarop hij zich metterwoon vestigde te Kampen, alwaar hij den 2den Dec. 1773 gestorven is.
Van hem zag het licht:
Ophelderingen over verscheiden stukken, en woorden der goddelyke boeken, gespreid uit het ligt van derzelver klaarheid. Campen 1750. |
‘De arbeidzaame Heer Buschman, tragt uit het regt verstand van de Egyptische duisternis, gelyk ook van de overige plagen, veel ligt te spreiden, aan eenige duistere plaatsen van Godts Woordt, dat, hoewel het een volmaakt Ligt tot Zaligheit geeft, in vele Zaken, en wel voor ons, die in deze verre Tyden leven, opheldering noodig heeft. Hoe regtmatig is dan niet die arbeid, dewelke tot hier toe besteed wordt, op dat Godts veelvuldige wysheit hier in doorstrale, en veler lust na de ontdekking van dat Heil. Woordt voldaan worde? terwijl aan weinigen de gelegenheit, en veel minder, bekwaamheit hier toe gegunt worden. Alles wat de Wyze Godt ons nagelaten heeft, en, met zo veel zorge, voor de latere nakomelingen, als uit vele vuren bewaart heeft, verdient met reden onderzogt en verstaan te worden! Dog, wie zal vinden, dat in den afgrondt der vergetelheit, en dikke duisternis van onbekende woorden, en omstandigheden, met gewoontens, verborgen is? Zulks kan dan niemant gelukkig ondernemen, als arbeidzaame, en voorzigtige Letterhelden.
In een en twintig ophelderingen heeft de Heer Buschman, de poeven van zijn loffelyke arbeitzaamheit, en dit goddelyk werk, verspreid, waar van een yder waardig is, gelyk de Hoog-geleerde Heer Cremer in zijne approbatie schryft, om nader overdagt te worden.’
Jacobs, en Mozes testamenten, des eersten in sommige stukken, des tweden geheel, nevens de zegen- en vloek-spraken over Israël, op Ebal en Gerizim, opgeheldert in 23 opklaringen. Campen 1752.
Evenals het vorige boek, waagt Buschman zich ook in dit werk aan het verklaren van zeer ingewikkelde en moeilijk verstaanbare plaatsen van het O.T.
Oostersche geschiedenissen wegens de opvolging der Koningen in het Chald. rijk. Camp. 1766.
Joodsche Geschiedenissen in en na de 70 dagweken voorspelt aan Daniël, ter stipte tyds bepaling van Messias komst, gevolgt van Jerusalems en des tweeden tempels