Van der Aa, ll. dl. II, blz. 1556, zegt dat hij schreef: Huyspostille. Amst. 1696 en Over het lijden van Jezus Christus. 4o. In zijn Bibliogr. Lijst der werken van de Leidsche Hoogleeraren, enz. 1ste aflev. Leiden 1894, zegt Louis D. Petit, en wel op blz. 193: ‘Van dezen onderregent zijn geen geschriften bekend. De opgave der werken door A.J. van der Aa en Dr. G.D.J. Schotel in het Biographisch Woordenboek aan hem toegeschreven is foutief.’
Hoe dit zij, in 1660 verscheen te Amsterdam de 7de druk van J. Bulaeus, Huys-Postille ofte Predicatien over de Sondaegsche Euangelien, die men in de christelijcke kercke 't gheheele jaer door van outs gewoon is te verklaren.
Uit het Alb. Stud. der Leidsche universiteit blijkt, dat den 16den Aug. 1602 werd ingeschreven ‘Joannes Bulaeus, Rijnsaterwoudanus 9.’ (Zie kol. 107) en den 17den Aug. 1635: ‘Johannes Bulaeus pastor ecclesiae Hollandicae Musco collectae 33’). Deze beide Bulaei zijn een en dezelfde persoon. Mogelijk is hij de auteur van de genoemde geschriften,