[Gerrit Anne van Limburg Brouwer]
BROUWER (Gerrit Anne van Limburg) werd te Amsterdam geboren in 1801, en, na d.t.p. het noodige voorbereidend onderricht te hebben genoten, den 7den Sept. 1819 te Leiden als student in de letteren en de godgeleerdheid ingeschreven (Alb. Stud. kol. 1252). Na verdediging van een academ. proefschrift de parabolis Jesu Christi, werd hij in 1825 bevorderd tot doctor in de godgeleerdheid. Toegelaten tot de evangeliebediening door het prov. kerkbestuur van Z.-Holland in Sept. 1825, werd hij reeds den 24sten Oct. beroepen te Deil en Enspijk, alwaar hij den 12den Maart 1826, door Ds. J.C. Rhiem uit Zalt-Bommel bevestigd werd. Van hier ging hij naar Hoorn, waar hij, na in zijn eerste gemeente den 21sten Oct. 1827 afscheid gepreekt te hebben, den 4den Nov. bevestigd werd. Later vinden we van Limburg Brouwer nog als predikant te Schiedam (ber. 8 Nov. 1830, afsch. te Hoorn 1 Mei 1831, intree 8 Mei d.a.v.) en te Amsterdam van Aug. 1834 tot den 1sten Aug. 1867, toen hij zich, ten gevolge van voortdurende zwakheid, genoodzaakt zag zijn emeritaat te vragen. Hij stierf in 1885.
Hij schreef in het Christelijk maandschrift voor den ring Amsterdam verschillende opstellen, tusschen de jaren 1835 en 1856. Verzameld zijn ze, in 18 stukken bijeengebracht.
Brieven over de poging tot afschaffing van sterken drank. Uitgeg. door de Nederl. Vereeniging tot afsch. van den sterken drank. Amst. 1856.
Opmerkingen over armverzorging, inzonderheid naar aanleiding van Dr. J.P. Heye's levensvraag voor oogenblik en toekomst. Amst. 1856.
Het uitzigt op hereeniging met onze afgestorven vrienden in den hemel. Amst. 1850.
Hoe heeft men te oordeelen over, hoe te handelen onder de twisten onzer dagen. Amst. z.j.
In de gemeenten waar van Limburg Brouwer gearbeid heeft, was hij zeer geacht en niet dan met een gevoel van leedwezen zag men hem te Amsterdam zijn betrekking neerleggen.