[Cornelis van den Broek]
BROEK (Cornelis van den) geboren den 7den Nov 1734 te Breda als zoon van Reinier en Ida den Broeder, werd den 8sten Maart 1763 geëxamineerd in de classis Utrecht en tot den openbaren predikdienst toegelaten. In Juli 1764 benoemd tot adjunct predikant te Prinsenhage, werd hij hier, na den 16den October in een buitengewone vergadering van de classis Breda peremptoir te zijn geëxamineerd, den 4den Nov. bevestigd. Hij stierf hier den 21sten Nov. 1793. De heer P. van Kempen, oudste predikant te Breda, herdacht in een lijkrede, naar aanleiding van Openb. XIV:13m den afgestorvene, die in zijn gemeente zeer gezien was.
Hij schreef:
Verhandeling over de Demonische bezetenen in het N.V. tegen Hugh Farmer. Utr. 1782. |
Israëls val en opstanding, in leerredenen. Utr. 1787. |
Salomo's hooglied, naar de letterlijke opheldering van J. van Nuys Klinkenberg vergeestelijkt. Utr. 1791. |
Rede te Prinsenhage. 1787. |
Littteratuur: v.d. Aa, ll. dl. II, 1356 en 1357 (uitgebreid).