Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1
(1907)–Lambregt Abraham van Langeraad, Hugo Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina 576]
| |
[Simon v. Someren Brand]BRAND (Simon v. Someren), geboren te Gorinchem, als zoon van den schepen Cornelis, werd in 1774 onder het rectoraat van J.A. Vos, te Utrecht ingeschreven als student (cf. Album Stud. kol. 168). Den 9den Juni van dit jaar, werd hij, na onder voorzitting van Mein. Tydeman, prof. in de rechten, zijn dissertatio moralis de legibus divinis positivis universalibus verdedigd te hebben, bevorderd tot doctor in de wijsbegeerte. Proponent in de classis Gorinchem, werd hij beroepen te Vuren en Dalem, alwaar hij, na afgelegd peremptoir examen (26 Juni 1755), den 25sten Juli bevestigd werd. Hij was achtereenvolgens predikant te Maasland (ber. 24 Jan. 1777 en bev. den 25sten Mei d.a.v. afsch. 11 Aug. 1782); te Maassluis (bev. 25 Aug. 1782-8 Febr. 1789), te Zutphen (bev. 22 Febr. 1789-23 Juli 1797), te Dordrecht (bev. 30 Juli 1797-8 Febr. 1800Ga naar voetnoot1)). De bevestiging in laatstgenoemde stad, had plaats tegelijk met die van E. Kist en geschiedde door S.R. van der Keessel. Brand was niet slechts een welprekend predikant, maar tevens een uitstekend theologant. Ook beoefende hij ‘de Vaderl. taal- en letterkunde, waarin hij zich als student reeds zóó onderscheidde, dat hem het lidmaatschap van het genootschap ‘Dulces ante omnia Musae’ werd aangeboden. Tal van lijkzangen, na zijn verscheiden gemaakt, getuigen van de hooge achting waarin hij bij de gemeente stond. Zijn afbeelding, door P.H. Revelman geteekend, door A. Zurcher gegraveerd, zag, met een vierregelig gedicht van P.A. de Grient Dreux, te Zutphen en te Dordrecht het licht. Litteratuur: Schotel, Kerkel. Dordrecht dl. II, blz. 701-703. - v.d. Aa, ll. dl. XVII, blz. 838 en 839. Boekzaal 1774a, blz. 708; 1775b, blz. 103 en 674; 1777a, blz. 187; 699 en 700; 1782b, blz. 368; 1797b, blz. 94; 238 en 250. |
|