[Willem Pieter Roedolph Bouman]
BOUMAN (Willem Pieter Roedolph) geboren te 's Gravenhage ten jare 1808, werd den 19den Sept. 1825 te Leiden ingeschreven als student in de godgeleerdheid en letteren. Toegelaten tot de evangeliebediening door het prov. kerkbestuur van N.-Holland (den 5den Mei 1831), werd hij spoedig daarop, immers reeds den 28sten Juli d.a.v., beroepen te Voorhout, alwaar hij den 13den Nov. bevestigd werd. Deze zijne eerste gemeente verwisselde hij met Sassenheim. Beroepen naar Zaandam (westzijde), deed hij hier, na den 29sten April 1838 zijn afscheid gepreekt te hebben, den 13den Mei zijn intree. Ruim 5 jaar heeft hij hier gearbeid, toen hij vertrok naar Rotterdam (beroepen den 5den Juli, afsch. te Zaandam 29 Oct. 1843, bev. 12 Nov.), alwaar hij den 15den Nov. 1868, met 2 Cor. XIII :5a, onder de hartelijkste bewijzen van belangstelling, zijn 25-jarige bediening d.t.p. herdacht. Bouman stierf den 16den Maart 1883.
Van hem zag het licht:
Leerrede over de hooge voortreffelijkheid der muzijk, en de waardige wijze, waarop wij God door haar vereeren, naar Ps. IX:12a, uitgesproken bij gelegenheid der godsdienstige inwijding van het orgel in de kerk der Herv. gemeente van Sassenheim, op den 1sten Oct. 1837. Rott. 1837. |
Het Protest. gesticht te Montfoort. Een woord aan de Protestanten in Nederland. Rott. 1848. |
Die van God vertroost wordt, moet anderen vertroosten. Leerrede over 2 Cor. I:3 en 4. Rott. 1849. |
Hij vertaalde van H.E.R. Belami, Wittenberg en Rome. Hist. rom. tafereel uit de gesch. der Herv. naar het Hoogd. Rott. 1843. |
Handleiding tot Christelijk godsdienstonderwijs voor jongelingen uit den beschaafden stand, inzonderheid aan gymnasiën en andere inrichtingen van opvoeding en onderwijs. Rott. Amst. 1851 (naar het Hoogd. van K.R. Hagenbach). |