Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1
(1907)–Lambregt Abraham van Langeraad, Hugo Visscher– Auteursrecht onbekend[Jan Bosman]BOSMAN (Jan) zoon van Jan en Maria Doorschot, zag het levenslicht te RotterdamGa naar voetnoot1). Na zijn vader vroeg te hebben verloren, genoot hij door de voorbeeldige | |
[pagina 530]
| |
zorg zijner moeder een uitmuntende opleiding, eerst te Delft, vervolgens te Rotterdam, en werd hij den 7den Sept. 1771 als student in de godgeleerdheid, te Leiden ingeschreven (Alb. Stud. kol. 1105). Zijn studievakken waren hier, wiskunde, wijsbegeerte en godgeleerdheid. In 1778 bevorderd tot philosophiae doctor, werd hij den 22sten Juni 1779 door de classis Rotterdam bevorderd tot proponent. Beroepen te Opperdoes, werd hij, na afgelegd peremptoir examen (22 Sept. 1779) aldaar bevestigd (31 Oct.). Hij is hier werkzaam gebleven tot 1780 (17 Sept.) en vertrok naar Beemster (ber. 5 Juli, bev. 1 Oct.), Geervliet (ber. 13 Juni 1783, bev. 10 Aug.-31 Aug. 1794). Terwijl hij hier stond, werd hij den 14den April 1794 beroepen te Zierikzee, maar tegelijk door Willem V benoemd tot hoogleeraar in de wijsbegeerte te Groningen, als plaatsvervanger van G. van der Voort (overl. den 28sten Sept. 1793). Den 26sten Nov. aanvaardde hij met een redevoering: de utilitate ex lectione Ciceronis in philosophiae cultores redundante (gedrukt te Groningen in 1794) zijn nieuwe betrekking. Bij zijn onderwijs in de logica en methaphysica gebruikte hij de handboeken van van de Wijnpersse; de philosophia moralis behandelde hij naar aanleiding van Pufendorff's, de officio hominis et civis. Ook gaf hij een publiek college: ‘de officiis, quae corpori nostra debemus.’ Inmiddels genoot Bosman de eer den 25sten Nov. 1795 tot theol. doctor h.c. te worden bevorderd, nadat hij bereids enkele dagen van te voren tot academieprediker was aangesteld door de provisioneele representanten van het volk van stad en lande. De plechtige bevordering tot theologisch doctor had plaats den 25sten Nov., en in den avond van den 29sten Nov. begon hij, met Handel. XXVI:25b zijn predikdienst. Door zijn welsprekendheid verwief hij zich grooten roem en op vereerende uitnoodiging der stedelijke regeering, voerde hij den 19den Dec. 1799 het woord, bij gelegenheid der feestviering, waarbij het verdrijven der Engelsche en Russische legers uit N.-Holland, plechtig met dankzegging werd herdacht. De feestrede verscheen in druk en Bosman ontving van de regeering een zeer kostbaar geschenk in zilver. Beroepen naar zijn geboorteplaats in 1797, sloeg hij dit beroep af. Bosman was rector in 1802 en 1803 en overleed den 8sten Jan. 1804. De onderwerpen door hem op zijn college behandeld, wist hij zeer duidelijk en klaar uiteen te zetten. Litteratuur: v.d. Aa, ll. dl. II, blz. 1035 en 1036. Levenschetsen der Gron. hoogleeraren door Mr. W.B.S. Boeles achter Dr. W.J.A. Jonckbloet's Gedenkschrift der hoogeschool te Groningen, blz. 104. |
|