[Adriaan van Boscheiden]
BOSCHEIDEN (Adriaan van) aanschouwde het levenslicht te Haarlem den 26sten Aug. 1685, als zoon van Dirk en Anna Rooda. Op jeugdigen leeftijd reeds bestemd om tot predikant te worden opgeleid, ontving hij in zijn geboorteplaats les in het Grieksch en Latijn en werd hij den 12den Oct. 1702, als student in de godgeleerdheid ingeschreven aan de Leidsche universiteit (Alb. Stud. kol. 772). Van hier vertrok hij naar Franeker, en werd hij, na tot leermeesters te hebben gehad, S. van Til, F. Fabricius, C. Vitringa, van der Waijen en Andela, in 1708 door de classis van Leiden en Nederrijnland tot den evangeliedienst toegelaten. Hij was achtereenvolgens predikant te Calslagen (1710), te Voorschoten (1713) en ging in 1715 in ambassade met den Heer van Duvenvoorde tot begroeting van zijn Majesteit George I als koning van Engeland. Terug op het einde van 1716, deed hij nog korten tijd dienst te Voorschoten, toen hij naar Zwolle toog (1717) om van hier in 1719 naar Leiden te komen. In deze stad is Boscheiden gebleven tot zijn dood, den 20sten Oct. 1739. Hij had den 30sten Aug. voor de laatste maal gepreekt uit Ps. XXV:10. Zijn stoffelijk overschot, werd den 26sten Oct. te Haarlem begraven.
Van hem zag het licht:
Leidens feesthoudende gemeente....., vervrolyct over den derden vijftigjaerigen jubeldag van Hollands hooge school..... gevierd in de Pieterskerk den VIII van Febr. MDCCXXV, en dus ..... in de avondure van dien ..... dag in de Hooglandse kerk by dezelve ..... blijdschap gehouden, met een leerr. uit Ezra, cap. 3 vs. 10 en 11..... Leiden 1725. |
Litteratuur: Boekzaal, 1739b blz. 479 en 480.