Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1
(1907)–Lambregt Abraham van Langeraad, Hugo Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina 478]
| |
te Leiden (Alb. Stud. kol. 994). Bevorderd tot proponent in de classis aldaar den 4den Maart 1749 (Boekzaal 1749a blz. 368), werd hij den 19den) Sept. 1751, met het lot beroepen te Kalslagen. Dit beroep werd evenwel geïmprobeerd, maar daarop werd hij den 16den Nov. 1752, tot predikant gekozen te Maarssen en hier den 18den Febr. 1753 bevestigd. Na hier ruim 4 jaar te hebben gearbeid, trok hij naar Middelburg (ber. 19 Dec. 1755. bevest. 17 April 1757), alwaar hij den 21sten Oct. 1807 overleed, nadat hij den 19den April, zijn vijftigjarig predikambt bij de gemeente had herdacht met 2 Cor. IV:1, ‘en dat met eene levendigheid van geest en gevoel van dankbare erkentenis aan den God zijns levens en goedertierenheid, dat er de aandoening, verwondering en het besef van verplichting bij de Hoorders, dat ze zulk een dierbaar geschenk zoo lang hebben mogen genieten, niet weinig door vermeerderd werd.’ Als kanselredenaar stond Boitet zeer hoog, hij was de meestgeliefde van de Middelburgsche predikanten en trok zeer veel volk. Zijn portret werd geschilderd in 1790 door George Kokkers (cf. Zeelandia Illustrata, I, blz. 290. We vinden hier, dat hij geboren werd den 4den Juni 1726. In dit geval zou hij, toen hij als student werd ingeschreven, niet 20 jaar oud zijn geweest, maar nog niet ten volle 17). In den catalogus van de kostbare bibliotheek, enz. Van Dr. J.A.M. Mensinga en Mr. A. de Vlieger. Amst. H.G. Bom 1884, vinden we op blz. 120 sub no 1703: S. Boitet, predikatie over Psalm 119:41 en 42. M.S.S. 1753. 4o. Litteratuur: Nagtglas, ll. blz. 30. Boekzaal, 1749a blz. 368; 1751b blz. 349 en 608; 1752b blz. 668 en 669; 1753a blz. 354; 1756b blz. 785; 1757a blz. 453. |
|