26:22 en 23, uitgesproken in de avondgodsdienstoefening van den 14den April 1816, toen hij zijn vijftigjarige ambtsvervulling herdacht. Buitengewoon groot waren bij deze gelegenheid de blijken van liefde en toegenegenheid, die de ruim 75 jarige predikant van zijn gemeente ontving, wat tot een bewijs mag strekken, hoe zeer men op hem gesteld was en hoe hoog zijn arbeid werd gewaardeerd (Boekzaal, 1816a blz. 515-517). De leerrede zag het licht te Groningen in 1816.
De benoeming tot lid van de Maatsch. der Nederl. Letterk. had plaats in 1782 en in 1793 werd hij door de Maatsch. tot Nut van 't Algemeen bekroond met een gouden medaille, wegens de beantwoording van een door haar uitgeschreven prijsvraag, welk antwoord gedrukt werd onder den titel: Beknopte Nederd. spraakkunst 1793. Dit geschrift werd tweemaal herdrukt.
Correspondeerend lid van de 2de der Koninkl. Holl. Maatsch. later het Nederl. Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten, werd hij den 28sten April 1809.
Met zijn vriend Wester, heeft hij verbazend veel gedaan tot verbetering van het onderwijs, aan welk vak hij zich vooral wijdde en waarvan hij zich buitengewoon goed op de hoogte hield. Hij is een van de medeoprichters geweest van de kweekschool voor onderwijzers te Groningen, waarvan hij, evenals over de liefdeschool, jaren lang het medetoezicht heeft uitgeoefend. Vóór en boven alles was hij een taalman en behalve de door de Maatsch. tot Nut van 't Algemeen uitgegevene beantwoorde prijsvraag, verscheen nog in 1776 te Groningen van zijn hand: Beknopte aanleiding. enz.
Bolhuis is een zeer verdienstelijk man geweest op veel en velerlei gebied, die, behalve zijn predik-ambt, dat hij met ijver en nauwgezetheid waarnam, verbazend veel gedaan heeft voor de ontwikkeling en beschaving des volks.
Litteratuur: van der Aa, ll. dl. II, blz. 798-800, aangevuld met wat over hem te vinden is in de geciteerde jaargangen van de Boekzaal.