Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1

[Gellius Boetius]

BOETIUS (Gellius, Botes Jelle), is den 14^den Maart 1642 als kandidaat geapprobeerd te Tzum, niettegenstaande van een andere partij een ander beroepen en daartegen geappelleerd was op de deputati synodi. Beroepen naar Wirdum, werd hij den 21^sten April 1645 gedimitteerd. Te Wirdum is Boetius 6 jaar werkzaam geweest tot den 17 Febr. 1651, toen hij naar Leeuwarden vertrok. Gecommitteerd in 1658 ter visie der autographa, werd hem bij Staten-resolutie van den 12^den Nov. 1664 octrooy verleend op 't drukken van zijn boek Zalig afsterven van S.F.D. Voor zijn boek, Godzalig leven en gelukzalig sterven van Prins Willem Frederik enz., is hem door de Staten van Stad en Lande, volgens resolutie van den 2^den Maart 1665, 150 gl. toegelegd. Item voor de dedicatie van een boek 100 gl. vereerd door 't college, den 19 Febr. 1664; door ridders en eigenerfden den 28^sten Febr. 1655 vereerd f 30. In 1666 deed hij dienst als legerpredikant, waarvoor hem den 1^sten Juni f 300 geaccordeerd werd.

Boetius overleed den 31^sten Dec. 1672.

Van hem zag nog het licht:

De prophetische duyve over het 1^ste kapittel van Jonas. Leeuw. 1660.

[p. 466]

De prophetische duyve met een olyftaxken d.i. troostelijcke en leersame bedenckingen over het tweede kapittel des propheten Jona. Leeuw. 1664.

Litteratuur: Romein, Naamlijst enz. dl. I, blz. 261, 154 en 22; v.d. Aa, ll. dl. II, blz. 740.