Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1

[Adriaan Rudolph Berghege]

BERGHEGE (Adriaan Rudolph), werd in 1794 geboren te Hedel en na genoegzaam voorbereidend onderricht genoten te hebben, den 14^den Sept. 1811 ingeschreven als student in de godgeleerdheid aan de universiteit te Leiden. Als beroepen predikant te Heinenoord, werd hij den 6^den Augs. 1816, door het prov. kerkbestuur van Z.-Holland toegelaten tot den h. dienst. De bevestiging te Heinenoord had plaats den 6^den Oct. 1816, door J. Prins predt. te Oud-Beierland met 2 Tim. I:8^a, terwijl de intree geschiedde met een leerrede over Luc. XII:48^b.

Beroepen te Hilligersberg (5 Augs. 1828), nam hij, met Handel. 20:32 den 2^den Nov. afscheid van zijn gemeente, om den 9^den d.a.v., na te zijn bevestigd door Ds. Stemberg uit Rotterdam, zijn dienstwerk in zijn tweede standplaats aan te vangen. Hier vierde hij den 7^den Oct. 1866, met een preek over Efeze III:8, zijn vijftig-jarig jubileum en de warme en oprechte belangstelling, waarmee de gemeente aan dit feest deelnam, toonde de groote achting en liefde, die men voor hem koesterde.

Tegen 1 Mei 1867, werd hem door het prov. kerkbestuur van Z-Holl. een eervol emeritaat verleend en den 22^sten April, nam hij met 2 Tim. IV:7^b afscheid van de gemeente, die hij bijna 39 jaar had gediend.

[p. 429]

Na zijn emeritaat vertrok hij naar Akersloot, waar hij den 2^den April 1870 overleed.

Hij schreef:

Jozef enz. Rotterd. 1837.

Abrahams opvoeding tot vader der geloovigen, de grondslag van het Godsrijk op aarde. Rotterd. 1846.

Bijbelsch dagboekje voor huisgezinnen en katechizatiën. Hiervan verscheen in 1850 te 's Gravenhage een derde druk.

Uit het Duitsch vertaalde hij van H. Olshausen: Aanwijzing van de echtheid der gezamenlijke schriften des Nieuwen Verbonds. Voor nadenkende, niet geleerde lezers. Rott. 1838.