Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1
(1907)–Lambregt Abraham van Langeraad, Hugo Visscher– Auteursrecht onbekend[Reynerus Berckel]BERCKEL (Berkel Reynerus), waarschijnlijk uit Delft afkomstigGa naar voetnoot1) heeft zeker op kosten dezer stad gestudeerd en wel als alumnus in het Staten-College. Dit mag worden afgeleid uit het feit; dat hij ‘aan die van Delft verbonden was’ zóó dat men daar macht had, hem, van de plaats waar hij als predikant dienst deed, indien men hem in de stad noodig had, derwaarts te roepen. Toegelaten tot de evangeliebediening in de classis Delft in 1616, werd hij den 28sten Augs. van dat jaar bevestigd te 't Woud, om vandaar in 1619 naar Schiedam te vertrekken, waar hij gebleven is tot 1632. In laatstgenoemd jaar trok hij naar | |
[pagina 423]
| |
Rotterdam, alwaar hij in 1656 gestorven is. Als afgevaardigde uit de classis Schieland, woonde hij de Z.-Holl. synode bij, die in Augs. 1620 te Gouda gehouden werd, waar hij het recht van zijn gemeente en van de magistraat van Schiedam verdedigde om den te Amsterdam beroepen Eleazar Swalmius, niet toetestaan dit beroep op te volgen, terwijl hij zich ook benoemd zag in een commissie, aan wie opgedragen was de oneenigheid, die er gerezen was tusschen de gemeente te Bodegraven en den predikant aldaar H. Wassenburgh, uit den weg te ruimen. Nog woonde hij o.a. bij de part. prov. Z.-Holl. synoden in de jaren 1625; 1626; 1628; 1629; 1651. Hij schreef: De aeterna et simplici Dei essentia. L.B. 1613. Litteratuur: R. en v., Veen ll. dl. III. reg. i.v. Nederl. Arch. voor Kerkel. gesch. dl. II. Leid. 1842, blz. 216. M. Soermans, Kerkel. register enz. 2de druk. Haarlem 1702. blz. 47, 79, 82. Acta part Z.-Holl. syn. Hs. |
|