Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1
(1907)–Lambregt Abraham van Langeraad, Hugo Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina 413]
| |||||
werkzaam was, opende hij den 12den April 1648 het feest der plechtige inwijding van de Geldersche academie, met een leerrede over Ps. 118:23-26, waarbij hij de stichting aan des Allerhoogsten bescherming opdroeg en over haar zijn zegen afsmeekte. Lang is Belcampius niet te Harderwijk geweest, want in 1649 vertrok hij naar Deventer, welke gemeente hij in 1653 verwisselde met Amsterdam, waar hij den 20sten April van dat jaar zijn betrekking aanvaardde. Hij stierf den 11den Juli 1685. Van hem zag het licht:
Litteratuur: v. de Aa, ll. dl. II blz. 292 Veeris, Vern. Kerkel. Alphabet, Enkh. 1750 blz. 16. H. Bouwman, Geschiedenis der Geld. Hoogeschool, dl. I. Utr. 1844 blz. 136. |
|