Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1
(1907)–Lambregt Abraham van Langeraad, Hugo Visscher– Auteursrecht onbekend[Pieter Beets]BEETS (Pieter), geb. in 1729 te HoornGa naar voetnoot1), studeerde te Amsterdam onder de | ||||||
[pagina 377]
| ||||||
leiding van den hoogleeraar Petrus Smidt, bij de Zonnisten en werd in 1752 door Adriaan Kempe, na afgelegd examen te Medenblik, als proponent aangesteld. Nog in datzelfde jaar trok hij naar Middelharnis, van waar hij in 1753 naar Aardenburg toog en in 1756 naar Almelo. Hier arbeidde hij 15 jaar, totdat hij in 1771 vertrok naar Altona en Hamburg. In eerstgenoemde plaats richtte hij, onder goedkeuring der Deensche regeering, een bijzondere school op, tot onderricht van jonge lieden. Hij stierf den 25sten Aug. 1776. Van hem zag het licht:
De ambtsbroeder van Beets, G. Karsdorf, gaf, na zijn dood uit: Het Character van wijlen den Eerw. P. Beets. Altona 1776. Hij behoorde tot de streng rechtzinnige partij onder de Doopsgezinden (cf. Sepp, Joh. Stinstra en zijn tijd. dl. 2. Amst. 1866. blz. 99 en Id. Polem. en Iren. theologie. 2de dr. Leiden 1882. blz. 158). Litteratuur: S. Blaupot ten Cate, Gesch. der Doopsgezinden in Gr. Overijs. en Oost-Fr. 1ste dl. Leeuw. Gron. 1842. blz. 171 en 172. Van der Aa, ll. dl. II. blz. 264. |
|