[Dirk de Bonvoust Beeckman]
BEECKMAN (Dirk de Bonvoust), geb. te Utrecht, waar hij voorbereidend onderricht ontving, werd aanvankelijk ingeschreven aan de academie in zijn vaderstad, den 26sten Oct. 1812, als student in de medicijnen, doch wijdde zich later aan de godgeleerdheid. In 1820 bevorderd tot doctor in de theologie, na verdediging van een Dissertatio de Oratione Stephani Apologetica, werd hij den 3den Mei van datzelfde jaar, door het prov. kerkbestuur van Utrecht, tot den evangeliedienst toegelaten.
Hij was achtereenvolgens predikant te Vuursche (13 Aug. 1820-28 Juli 1822), Delftshaven (11 Aug. 1822-18 Sept. 1825), Nijmegen (9 Oct. 1825-1829), Utrecht 1829 tot zijn dood in 1853. Met Handel. 26:22a herdacht hij hier den 17den Aug. 1845, zijn 25-jarige ambtsbediening.
Wat hij bij de begrafenis van zijn ambtgenoot J.A.D. Molster, die den 1sten Maart 1850 ter aarde besteld werd, sprak, verscheen dat jaar in druk: Een woord tot nagedachtenis van den WelEerw. Zeergel. Heer J.A.D. Molster, Evangeliedienaar. enz. Utr. 1850.