Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1

[Abraham Faure Beeckman]

BEECKMAN (Abraham Faure), geb. te Soerabaya den 4^den Oct. 1797, werd, na volbrachte studie aan de Lat. school te Almelo, den 6^den Sept. 1817, als student in de godgeleerdheid, ingeschreven aan de universiteit te Utrecht (cf. Alb. Stud. kol. 219). In Sept. 1822 bevorderd tot proponent bij het prov. kerkbestuur van Utr., werd hij, na er den 21^sten Oct. beroepen te zijn, den l6^den Maart 1823 bevestigd te Kamperveen en was achtereenvolgens predikant te Huissen (bij Nijmegen, 24 Oct. 1824-13 Mei 1827) en Voorst (27 Mei 1827-1839), waar hij zijn ambt

[p. 372]

neerlei. Ten jare 1862 werd hij aangesteld tot predikant te Meerenberg, welke betrekking hij vervulde tot den 1^sten April 1869, toen hij als zoodanig door de Gedep. Staten van N. Holland, eervol ontslagen werd. Beeckman behoorde tot de krachtige voorvechters van het matigheids-genootschap en overleed den 22^sten Febr. 1886 te Sandpoort.

Van hem zag het licht:

Geschenk aan den Ouderdom. 's Gravenh. 1851.

Het huisgezin van Doorenbos. Een verhaal. Prijsschrift. bekr. door het Amst. matigheids-genootschap. Amst. 1851.

Joan Fourney en zijne non, of de lotgevallen der Herv. te Antwerpen in 1566. Tiel 1852.

Jenever erger dan oorlog. Een voorlezing. Amst, 1858.

Afscheidsrede, gehouden in het gesticht Meerenberg, enz. Amst. 1869.

Het gebed, beschouwd als de ademtogt van des Christens zieleleven. Haarlem 1870.

Iets over de zelfsachting in tafereelen ontwikkeld. Haarl. 1874.

Cornelis Hoek en zijne Zutphensche vrienden. Een belangr. bladzijde uit den 80-jarigen oorlog. Haarl. 1875.

De Fransche furie in Antw. Haarl. 1875.

De waarheidsliefde. Schetsen. Haarl. 1875. Verder nog een paar stichtelijke werkjes, terwijl anoniem van hem verscheen Pater Gozewien en de twee huisgezinnen. Amst. 1840 en De gouverneur van een Europ. prins. Amst. 1845.

Litteratuur: Biogr. Woordenb. der N. en Z. Nederl. Letterk. Nieuwe uitgave. blz. 41.