[Theodorus Karel Matthias von Baumhauer]
BAUMHAUER (Theodorus Karel Matthias von), werd in 1824 te Brussel geboren en na voorbereiding op het gymnasium te Utrecht, den 13den Jan. 1838 als student in de letteren, ingeschreven aan de univ. te Utrecht. Waarom hij bij het aanvankelijk opgevatte plan niet gebleven is bleek niet, maar tot de studie van de godgeleerdheid overgegaan, volgde hij, na de colleges van de professoren v. Heusde, Goudoever en Swijghuysen Groenewoud te hebben bijgewoond, de lessen van de hoogleeraren Bouman, Royaards en Vincke. Den 5den Aug. 1846 door het prov. kerkbestuur van Gelderland tot den predikdienst toegelaten, werd hij den 26sten Oct. 1847 beroepen te Jaarsveld, als opvolger van Ds. Benedictus. De bevestiging geschiedde met Colos. 1:27 l.g. door Ds. Ruitenschild, terwijl de intree-preek was over Ezech. 33:7-11. Drie jaar is von Baumhauer te Jaarsveld geweest nl. tot 1850 toen hij vertrok naar Geervliet, welke gemeente hij in 1854 met Zutphen verwisselde. Hier bleef hij werkzaam tot hem den 1sten Jan. 1891 door het prov. kerkbestuur van Gelderland eervol emeritaat werd verleend. Hij stierf den 24sten Sept. 1900.
Terwijl hij te Zutphen arbeidde, werd hij in April 1865 benoemd tot directeur van het Rott. zendingshuis, voor welke betrekking hij evenwel bedankte. Von Baumhauer behoorde tot de volgers der z.g. evangel. richting, was als predikant zeer gezien en heeft jaren lang zitting gehad in verschillende kerkelijke besturen.
In hetzelfde jaar, waarin hij predikant werd, promoveerde hij te Utrecht tot doctor in de godgeleerdheid met een acad. proefschrift: Disput. crit. theol. qua vindicatur Lucae, apost. conventum actuum apost. Cap. XV referentis, contra recent. dubitationes fides historica.
Verder zag in 1857 te Zutphen van zijn hand het licht: Voorlezingen over de 4 evangeliën, ter beschouwing en onderlinge vergelijking van deze viervoudige getuigenis aangaande de verschijning van onzen Zaligmaker Jezus Christus.
Jaren lang is v. B. ook mederedacteur geweest van het tweemaandel. tijdschrift Geloof en Vrijheid, waarin tal van artikelen en boekbeoordeelingen van zijn hand voorkomen.