[Nicolaas Cornelis Balsem]
BALSEM (Nicolaas Cornelis), geboren den 19den Nov. 1835 te 's Hertogenbosch, werd den 25sten Sept. 1851, als student in de godgeleerdheid ingeschreven aan de universiteit te Leiden. Bevorderd tot candidaat t/d. h. dienst bij het prov. kerkbestuur van N. Holland, was hij van 1860-1862 hulpprediker te Dordrecht, en werd hij den 31sten Aug. 1862 bevestigd tot predikant te Langezwaag, waar hij den 30sten Maart 1884 overleed.
Hij was voor de rubriek ‘buitenland’ medewerker aan de Hervorming en redacteur van het te Haarlem verschijnende tijdschrift Mannen van beteekenis. Hierin verschenen van zijn hand, de levens van D.F. Strauss, Kingsley, Buckle, Fr. Daek, Groen van Prinsterer, Gortschakoff, Gambetta, George Eliot, Garfield, Melikoff, Alexander II e.a. Nog gaf hij uit: De ster uit het Oosten. Haarlem 1873. De taak der kerk. Haarlem 1872. De zoekende liefde. Een woord tot aanbeveling der Zending. Leeuwarden 1866. - Ook schreef hij over Bilderdijk en Da Costa (cf. Reitsma; Gesch. van de Herv. en van de Herv. Kerk der Nederl. Gr. 1899. blz. 881). - Na zijn dood zag in 1884 te Haarlem het licht: Dichterleven en levenspoëzie. Preeken van hem komen voor in de Stuivers-Preeken, verzameld door Dr. H. Oort. cf. 1ste jg. Harl. 1869. blz. 165 en 3de jg. blz. 17.
Litteratuur: Biogr. Woordenb. der N. en Z. Nederl. Letterkunde. Nieuwe druk. blz. 34.