[Philippus Baldaeus]
BALDAEUS (Philippus), geb. te Delft in Oct. 1629 (verkeerdelijk wordt opgegeven 1632), werd den 17den Oct. 1650, op 21-jarigen leeftijd, als student in de godgeleerdheid ingeschreven aan de academie te Leiden (cf. Album Stud. kol. 407). Den 14den Sept. 1654 werd hij, tegelijk met Petrus Musch, in de cl. Amsterdam bevestigd voor den dienst in Indië, werwaarts hij den 20sten Oct. vertrok met het schip: Het wapen van Amsterdam. Den 24sten Juni of den 1sten Juli 1655 arriveerde hij te Batavia en den 18den Sept. 1656 werd hij beroepen naar Punto Gale op Ceylon. Den 6den Nov. ging hij er heen en bleef er tot 1657, toen hij 8 maanden dienst heeft gedaan als veldprediker, terwijl hij den tocht bijwoonde door Rijklof van Goens ondernomen op de kust van Malabar. Vervolgens was hij predikant te Jaffnapatnam van 1658-1665, in welk jaar hij naar Nederland terugkeerde. In 1669 werd hij predikant te Geervliet, waar hij in 1671 gestorven is. Hij is tweemaal gehuwd geweest, de eerste maal met zijn nicht Maria van Castel, de 2de maal met Elisabeth Tribolet. Beide huwelijken bleven kinderloos. Van hem bestaan 2 portretten, waarvan een hem voorstelt op 38-jarigen leeftijd.
Hij schreef: Beschr. van Malabar, Choromandel, Ceylon, de afgoderije der Heidenen, en Malabaarsche spraakkunst. Amst. 1672, ook vertaalde hij de Psalmen, het evang. van Mattheus en enkele predikatiën in het Malabaarsch.
Litteratuur: C.A.L. van Troostenburg de Bruyn; Biogr. Woordenb. van O.-Ind. Predikanten. Nijmegen 1893. blz. 19-21. Hier wordt een volledige litteratuur vermeld. Het Album amicorum van Baldaeus bevindt zich in de bibliotheek van de Maatsch. der Nederl. Letterk. te Leiden (cf. Cat. handschriften. blz. 55).