[Jacobus Artopaeus]
ARTOPAEUS (Jacobus), was geboren te Woerden en werd den 1sten September 1654 ingeschreven aan de universiteit te Straatsburg bij de theologische faculteit, om er den 6den Maart 1655 bevorderd te worden tot candidatus philologiae. Artopé was eerst pred. te Emden, vanwaar hij naar den Briel ging als opvolger van den Walschen predikant Nicolas Massijs. Hij werd hier bevestigd den 24sten Mei 1671 en eervol uit zijn betrekking ontslagen den 25sten Maart 1677 toen hij naar Breda vertrok als predikant bij de Nederl. Herv. gemeente aldaar. Herhaaldelijk zien wij hem, tijdens hij hier als dienaar des woords werkzaam was, als afgevaardigde van de classis Breda, op de particuliere Z.-Holl. synode, en wel in 1678; 1681; 1686 (in dit jaar werd hij benoemd tot assessor en werd hem tevens opgedragen als correspondens naar de Geldersche synode te gaan) in 1691 (ditmaal werd hij tot praeses van de synode gekozen en tot secundus-correspondens naar Overijsel, Friesland of Groningen aangewezen), in 1693 (deze reis werd hij correspondens naar Groningen), in 1697 (benoemd tot secundus-deputatus en correspondens naar Utrecht) en in 1700 in welk jaar hij nogmaals als assessor, zitting kreeg in het moderamen der synode, terwijl hij tevens gekozen werd tot secundus-correspondens naar Utrecht. Uit het feit, dat hij herhaaldelijk de classis Breda op de Z.-Holl. synode vertegenwoordigde en dat hij door deze synode, meer dan eens met het correspondensschap werd belast, mag ongetwijfeld worden afgeleid, dat hij bij zijn ambtsbroeders zeer goed stond aangeschreven en dat hij iemand moet geweest zijn, die in kerkelijke aangelegenheden volkomen te huis was. Dit leeren ons ook de acta van de classis, waaruit we tot de wetenschap komen dat hij herhaaldelijk als medebestuurder is opgetreden en als visitator classis zitting had in 1678; '81; '86; '91; 93; 97 en 1700. Nadat hem, toen hij
vijf-en-veertig dienstjaren telde een eervol emeritaat was verleend, stierf hij den 8sten Januari 1709.
Hij was gehuwd met Anna Catharina des Marets, dochter van Prof. Sam. des Marets.
Van hem zag het licht:
De Koninklieke waerdicheit, gebracht onder, maer triumpheerende over den Konink der verschrickinge. Gepast op de.... doot .... van .... Maria .... Coningin van Engeland enz. Breda bij Cornelis Seldenslach.... 1695 |
Weegschaal des heyligdoms, tot onpartijdige overweeginge van de ruïne en 't verval van 't hedendaagsche christendom.... enz..... Breda. Kornelis Tessers (1702). |
In dit boek laat Artopaeus zijn gedachten gaan ‘over den staat des christendoms, so wel binnen als buyten ons Nederland, en bevindende het geduurende den bijna veertig jaarigen tijd van zijnen Predikdienst, zo vervallen en verbasterd, dat veele van die ondeugden en zonden, die in 't zevental kerken van Asië eertijds bevonden wierden, ook in 't zevental onser landschappen gesien, en als onze eygene geworden zijn,’ waardoor hij zich opgewekt heeft gevoeld om zijn ‘Weegschaal’ saam te stellen en het licht te laten zien. Hij begint met ‘een afbeeldsel te geeven