Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1
(1907)–Lambregt Abraham van Langeraad, Hugo Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina 85]
| |
was geen theoloog, maar jurist. In 1742 werd hij te Amsterdam geboren. Hij studeerde te Utrecht en verkreeg aldaar den graad van doctor in de rechten. Een twintigtal jaren was hij in de regeering van Amsterdam, waarop hij in April 1788 overleed. Hij was een der oprichters van de Maatschappij der Ned. Letterkunde en leverde tal van letterkundige bijdragen in de 7 eerste deelen van hare werken (zie daarover Biogr. Woordenb. der Noord en Zuid Ned. Letterk., Amst. 1888, in voce.) De oorzaak waarom Alewijn hier vermeld wordt is gelegen in het aandeel dat hij genomen heeft in den strijd tusschen Paulus van Hemert en prof. Gijsbert Bonnet. (Zie over dien strijd Paulus van Hemert enz. door Dr. H.Y. Groenewegen, Amst. 1889, blz. 18-78.) Alewijn, volgens Groenewegen geinspireerd door een bekend predikant, trad in den beginne anoniem tegen van Hemert op met een vlugschrift: Een handvol aanteekeningen enz., Utrecht, A. v. Paddenburg, 1786. Van Hemert beantwoordde dezen aanval met een bijtend spotschrift onder den titel: De Handvol aanteekeningen teruggekaatst, enz. Rotterdam A. Vis, 1786. Hierdoor was Alewijn niet tot zwijgen gebracht. Hij repliceerde in zijne XIII Brieven aan een' Vriend enz., Haarl. Kornelis v.d. Aa. 1787. Van Hemert gaf als antwoord hierop: Brieven aan een' Vriend over het tweede geschrift enz. Rotterdam A. Vis, 1788. De strijd door Alewijn anoniem gevoerd, eindigde dus met openbaarmaking van zijn naam. Ongetwijfeld was Alewijn een geleerd, welmeenend, vroom man, die niet verdiend had door de bijtende scherts van zijn geestigen tegenstander zoo gehekeld te worden. De strijd hokte, want de dood legde Alewijn het zwijgen op. In de kracht van het leven werd hij weggenomen. Hetgeen hij geleverd had, gaf rechtmatigen grond nog vele vruchten van zijn werkkracht te verwachten. Hij legateerde kostbare manuscripten aan de Maatschappij van Nederl. Letterkunde en bewees alzoo nog in zijn laatste dagen de groote liefde, die hij der wetenschap toedroeg. Hij leverde nog eene bijdrage in de Lykzangen op den WelEerw. Heer R. Schutte, pred. te Amsterdam, Amst. 1785. Litteratuur: Ypey, Gesch. der Christ. Kerk in de 18e eeuw, dl. VII, blz. 457. Nav. dl. XI, blz. 211, 242, 269. v.d. Aa, Biogr. Woordenb., in voce. Paulus van Hemert, enz., door Dr. H.Y. Groenewegen, Amst. 1889, blz. 18-78. |
|