Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1
(1907)–Lambregt Abraham van Langeraad, Hugo Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina 66]
| |
[Jacobus op den Akker]AKKER (Jacobus op den) zal, volgens van der Aa en van Troostenburg de Bruijn, geboren zijn te Meurs, den 6den Dec. 1649Ga naar voetnoot1). Ingeschreven als student te Utrecht in 1670, is hij al spoedig na het voleindigen van zijn studie naar Indië getrokken, alwaar hij in 1678 te Colombo op Ceylon als predikant werd aangesteld. Hier trad hij ook in het huwelijk met Dina Agotha, dochter van den O.I. predikant Nicolaas en Sara Visvliet, en hij heeft het groote voorrecht gesmaakt, dat hij haar langer dan een halve eeuw aan zijn zijde heeft mogen zien. Eenmaal in Indië, is op den Akker er voortdurend gebleven, want telkens verbond hij zich, volgens art. 11 der instructie, opnieuw aan de Indische kerk, wat gewoonlijk met verbetering van inkomen gepaard ging. Uit een schrijven van den kerkeraad te Batavia, van den 24sten Nov. 1687, blijkt, dat men hem d.t.p. als predikant verlangde, om er den dienst in het Portugeesch te verrichten, terwijl een bericht van den 18den Dec. 1688 ons zegt, dat hij er toen reeds zijn arbeid begonnen was. Aan de geschiedenis van de Portugeesche gemeente te Batavia (1633-1808), is de naam van Jacobus op den Akker, ten nauwste verbonden. Niemand heeft haar langer, immers van 1688-1729, gediend dan hij. En niet alleen dat hij haar zoo vele jaren achtereen diende, neen, maar hij heeft dit ook gedaan met den meest mogelijken ijver en de grootste toewijding. En de hooge vlucht, die ze in deze jaren genomen heeft, is meerendeels toe te schrijven aan zijn krachtig optreden. Het Portugeesch was langzamerhand zoozeer zijn taal geworden, dat, toen hem in 1705, door den gouverneur-generaal Joan van Hoorn, gelast werd, in een andere taal te prediken, hij verklaarde dit niet meer te kunnen. Het voortdurend optreden voor de gemeente en het catechizeeren, waarbij hij zich steeds van het Portugeesch bediende, hadden 't hem en zijn ambtgenoot Jacobus Thornton, onmogelijk gemaakt, voor dat werk het Nederlandsch te gebruiken. Met blijvende, ja immer klimmende belangstelling bleef hij arbeiden, hoewel 't dienstwerk hem zwaar viel. Een verlichting was het voor hem, dat hij een adjunct kreeg in den persoon van Aäron Diaz Da Fonseca, die reeds in 1726 een groot deel van zijn werk overnam. In 1728 vroeg hij zijn emeritaat aan, dat hem in 1729 werd verleend. Zoo nu en dan preekte hij echter nog in het Maleisch. De trouwe arbeider, de werkzame man, de pastor bij uitnemendheid, stierf den 18den April 1731. Op den Akker vertaalde de Psalmen in het Portugeesch in versmaat, zóó, dat ze gezongen konden worden op de melodiën, die in onze kerk worden gebruikt. Toen hij met dezen arbeid gereed was, werden ze gerevideerd door de predikanten Zas en Thornton Jr., benevens den ouderling Cornelis van Hamme. De kerkeraad te Batavia besloot ze bij de godsdienstoefening te gebruiken, en de regeering betaalde de drukkosten. Als vast kan worden aangenomen, dat op den Akker in 1698 met dezen arbeid gereed was. Het drukken echter hield lang op. Immers pas in 1703 was men er mee gereed. De titel luidde: Os CL Psalmos del David, compostos para uso d'a Igreja Portugesa per J. op den Akker, Batavia 1703, 8o. Achter dezen bundel waren geplaatst de Catechismus met de liturgische formulieren, overgezet door Fereira, Lindius en Samuel Tesschemaker. | |
[pagina 67]
| |
Verder is, voor een gedeelte althans, van hem afkomstig, de vertaling van het O.T. in het Portugeesch; want nadat door Joam Fereira het N.T. in genoemde taal was overgezet, en hij ook aan de translatie van het O.T. begonnen was, stierf deze, toen hij gevorderd was, tot Ezechiël 48:21. Op den Akker, voegde er de loca paralella, met de argumenta librorum et capitum bij, terwijl hij het werk, door zijn ambtgenoot begonnen, voltooide. Hoewel zeer gewenscht, bleef toch de druk lang achterwege en was het handschrift, bij voortduring onder berusting van op den Akker. Pas in 1728 stond hij het, gelijk we weten uit een brief van den 15den Nov. 1728, geschreven door den kerkeraad van Batavia, aan dezen af. Immers wordt ons hier gezegd dat hij (kerkeraad) Ds. op den Akker, bewogen heeft ‘om het manuscript des Portugeeschen Bijbels aan hem over te leveren, opdat 't niet verloren wierd of in vreemde handen gerake, maer inde kerk sorgvuldig bewaart werde, tot tijd en wijle de Heeren majores het opeijschen om hetselve door den druk gemeen te maken’. Eerst in 1745 werd een aanvang gemaakt om 't werk ter perse te leggen, nadat in 1729, door de bewindhebbers der compagnie uitdrukkelijk verboden werd tot het drukken over te gaan, ja zelfs gelast was, dat geen predikant naar Nederland mocht gezonden worden, die in opdracht had over de uitgave te spreken. In 't jaar 1753 was de arbeid van Fereira en Op den Akker op kosten der O.I. compagnie gedrukt. Nog zette hij over de Christelijke gebeden van Jan Haverman (in 1628 te Amst. verschenen), onder den titel; Joa. Haverman Livrinho de oraçoês emend. por H. van Diest, e traduzione J. op den Akker. Batavia. Blijkbaar is de ijverige, werkzame man ook bezig geweest met de samenstelling van een Maleisch woordenboek. Litteratuur: Album stud. Acad. Rheno Traj. Utr. 1886. Kolom 65. C.A.L. van Troostenburg de Bruyn; De Herv. Kerk in Nederl. Oost-Indië onder de Oost-Ind. Comp. (1602-1795). Arnh. 1884. Reg. in voce. A.J. van der Aa; Biograph. Woordenb. der Nederl. 1ste dl. blz. 39. Acta Synodi Z.-Holl. 1690-1732 artikel ‘Indische saken’. |
|