Koot droomt zich af
‘De twee Goddelooste Gedaantes die Het Radiotoestel recentiter heeft aangenomen zijn de Platbreed Digitaal, gemaakt van imitatiehout van plastic voor de Jonge Manager, en de Stereo Commandotoren met Audio-Rack, voor de Grote Jongens. De eerste staat naast het bed of op het buro; de tweede midden in de kamer. Met wieltjes en handgrepen, dus dat is elke avond binnenshuis een eindje om met de Geluidsinstallatie. Wie heeft er met de Muziektoren gereden jongens? Hoe vaak heeft papa jullie nu al niet verboden aan zijn Audio-Rack te zitten! Weten jullie wel wat dat Audio-Rack gekost heeft? Dat heeft papa jullie hele vakantie gekost, jongens! Als we op vakantie waren gegaan, dan hadden we nu géén Audio-Rack gehad. Dus wees daar blij om en blijf er in godsnaam, vanaf, ja? Ik vraag dit nu niet meer! En waar komt deze kras in het hout vandaan? Dacht ik het niet? Zit de eerste kras alweer in Pappaas splinternieuwe Audio-Rack!!
Zo'n kras in een vliesje imitatiefineer onthult schrijpend de onderliggende kunststoflaag en daar kunt u maar beter niet te lang naar kijken; een beschamende aanblik levert dit, te vergelijken met het openen van een vreemde toiletdeur waarachter een onbekende dame nietsvermoedend haar potje zit te doen. Allemaal de schuld van het Behoudende Sentiment der Industriële Vormgevers: in elke nieuwe kreatie huist krampachtig één element van de voorafgaande oervorm. De RadioOervorm was van Hout; dikke, glimmend geverniste kasten met naden en nerven en kwasten, zo sterk dat je erop kon leunen of, tot je tweede, warmpjes bovenop zitten zelfs.
Maar wat tegenwoordig, op een afstandje, net van hout lijkt blijkt, dichterbij gekomen, altijd van Alsof te zijn vervaardigd. Wordt het kortom niet eens tijd, Heren Ontwerpers, dat we de Materialen, elk voor zich, weer in hun waarde laten? Zullen we zo langzamerhand niet eens ophouden met het forceren van al die moderne Monsterhuwelijken? Vindt u het zelf ook niet stilaan welletjes, die kwasi-notenhouten polyester autodashboarden en de vier met vals plakplastic in eikenhoutstruktuur beklede spaanplaten die tesamen een “romantiese oudhollandse Provisiekast” moeten verbeelden?
Gisteren zag ik nog een wegwerphorloge, zo'n klokje voor de Jonge Generatie, waaromtrent u wordt aangeraden er minstens ZES te kopen, leuk, voor elke dag en iedere stemming een ander horloge (want wie met zijn tijd en geld geen raad weet koopt extra horloges) en dat horloge had een wijzerplaatje van imitatie Teakhout!
De Verzonnen Vervreemding; Romantiek van de Richel. Ook ben ik al staande schemerlampen tegengekomen met poten van zogenaamd echt oud, wormstekig hout (“net hout van een oud kapersschip”), die je maar even hoeft te wegen om te voelen hoe schaamteloos ver de verzamelde kunststof- en verfindustrie inmiddels is gevorderd met haar houtonterende oplichterspraktijken. Tot overmaat van valsheid zitten er dan ook nog vijf à tien kwasi-koperen ringen aan zo'n poot, maar die zijn van een zó onwaarschijnlijke polyetheleenlegering dat je van de weeromstuit gaat blozen als je eventjes met zo'n ring op en neer wipt. In je achterhoofd zoemt nog altijd de hoop dat ze dan ten minste nog ietwat metalig zullen Rinkelen, maar niks hoor: ze brengen een niet te plaatsen plikplik-geluidje voort, zodat u wel moet konkluderen dat u hier met alwéér een Geheel Nieuw Modern Materiaal kennismaakt. In diezelfde Verlichtingssector deinst men er evenmin voor terug om een witgespoten metalen lampstandaard door middel van extra Verlakking een pseudohouten voet aan te smeren zodat u bij kloppen “pingping” hoort in plaats van “plokplok”.
Het kleinste maar sterkste staaltje van Industriële Verwording echter, komt tot op heden voor rekening van de oude meneer Honda uit Japan. Die heeft al zijn autoos (alle voorzien van een teakplastic dashboard) vier portier-afsluitknopjes meegegeven die aan de bovenzijde een “drukkussentje” hebben dat de struktuur heeft van Zacht Plastic (was Skai, wat ooit Leer was) maar dat van imitatiebakeliet blijkt te zijn. Moet u maar eens kras doen, met uw nagel of kontaktsleuteltje. De Imitatie van de Nabootsing van de Imitatie, dus. En nu gaat het nog maar om een Knopje!
Daarom wil het Simplisties Verbond hieromtrent nog maar eens krachtig waarschuwen (en dat doen wij altijd met een Rijmp, want Rijmpen beklijven beter); HET ORIGINELE MOET ONS MEER KUNNEN SCHELEN!
Ziezo, dat is eruit, klaar voor vandaag.
Nu weer even Muziek. Ik heb twee mogelijkheden: ik draai Sgt. Peppers Lonely Hearts Club Band van The Beatles op mijn oude mono-pickupje, of Sgt. Peppers Lonely Hearts Club Band van Peter Frampton en The BeeGees op mijn Audio-Rack. Die keuze mag dus niet moeilijk zijn.’
Koot