Vader: |
Wat zullen we doen jongens? |
Allen: |
Laten we stoppen bij het eerstvolgende restaurantje pa, want we sterven van de honger en oma moet weer overgeven. |
|
Allen: |
Stoppen Pa! Daar is een leuk restaurantje! |
Vader: |
Nou - laten we nog honderd kilometer doorrijden, want misschien komen we een nog leuker restaurantje tegen. |
|
Vader: |
Hee - hier was vroeger toch een restaurantje? |
Allen: |
Laten we dan terugrijden naar dat vorige restaurantje pa! |
Vader: |
Ben je gek! Dat is minstens zestig kilometer! Nee, dan rij ik liever nog zestig kilometer door. |
|
Oma: |
Boewaaaaaaaahhhhh... |
Allen: |
Oma heeft overgegeven pa! Laten we nou gauw een restaurantje opzoeken! |
Vader: |
Waarom toch zo'n haast? Die Fransen eten nooit voor tien uur 's avonds. |
Allen: |
Hoera! Een leuk restaurantje pa! Laten we nou gaan eten, dan kan oma zich ook even wassen. |
Vader: |
En dan na het eten zeker in het pikkedonker de tent opzetten....Nee: eerst een camping zoeken en daarna gaan we uitgebreid eten in een leuk restaurantje. |
|
Allen: |
Daar pa! Een Camping! Stoppen! |
Oma: |
Ik moet weer overgeven, geloof ik. |
Vader: |
Nee, da's niks, die camping. We rijden door tot we een Camping met een leuk restaurantje tegenkomen. |
|
Allen: |
Stoppen pa! Daar links ligt een Camping met een leuk restaurantje, staat er op dat bord. |
Vader: |
Je denkt toch niet dat ik in het pikkedonker de tent ga opzetten? |
Oma: |
Hoe moet ik dan overgeven? |
Vader: |
Weet je wat we doen? We rijden door tot we een leuk hotelletje hebben gevonden. Dat hebben we wel verdiend! |
|
Allen: |
Kijk eens pa, wat een leuk hotelletje! |
Vader: |
Aan de Grote Weg zeker, met de hele nacht van die vrachtwagens. Nee hoor, weet je wat we doen? We gaan er hier vanaf en dan nemen we het eerstvolgende dorpshotelletje. |
|
Oma: |
Boewaaaaaaahhhh.... |
Allen: |
Mag het raampje open pa? |
Vader: |
Het volgende dorp schijnt groter te zijn. Daar hebben ze vast wel een leuk hotelletje. |
Allen: |
Stoppen pa! Een Hotelletje! |
Vader: |
Die is al dicht. Kijk maar: pikkedonker. |
|
Allen: |
Kijk eens pa, wat een mooi hotel! |
Vader: |
Ach, welnee, dat is veel te duur. Hotels aan de Grote Weg zijn onbetaalbaar, leer dat nou van mij. |
Moeder: |
Brussel, 200 kilometer, staat daar. |
Vader: |
Daarom! Als we nog even doorrijden, zitten we in België en daar barst het van de leuke hotelletjes. |
|
Allen: |
Daar pa! Een Hotelletje, een Camping en twee leuke restaurantjes! |
Vader: |
Ja, maar als we nog een half uurtje doorrijden dan is het licht en dan kunnen we de tent makkelijker opzetten. |
|
Vader: |
Ik heb er nog eens over nagedacht, maar hebben jullie eigenlijk zin om die hele tent weer op te zetten? |
Allen: |
Nee, het is nou de moeite niet meer. |
Vader: |
Daarom! Laten we lekker in één stuk doorrijden naar huis, dan kan oma over een paar uur heerlijk overgeven in haar eigen bedje. |